3.1.[eisers c.s.] vordert – zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad –:
te bepalen dat [gedaagde] het pand binnen 7 dagen na betekening van het te wijzen vonnis met al het zijne en de zijnen ontruimt en ter vrije beschikking stelt van [eisers c.s.] , althans [eiser sub 3] , en dat [gedaagde] binnen die termijn de sleutels van het pand aan [eisers c.s.] , althans [eiser sub 3] , dient te retourneren, beiden op last van verbeurte van een dwangsom van € 1.250,00 per dag, een gedeelte van een dag daaronder begrepen, met een maximum van € 50.000,00, e.e.a, voor zover [gedaagde] zich niet aan deze last zal conformeren;
[gedaagde] te veroordelen tot betaling van een vergoeding ad € 1.750,00 per maand aan [eiser sub 1] over de periode gerekend vanaf 1 augustus 2020 tot en met 31 augustus 2020, e.e.a. te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 augustus 2020 tot aan het moment der algehele voldoening;.
[gedaagde] te veroordelen tot betaling van een vergoeding ad € 1.750,00 per maand aan [eiser sub 3] over de periode gerekend vanaf 1 september 2020 tot aan het moment dat [gedaagde] zich aan de last als bedoeld onder 1) conformeert, waarbij [gedaagde] iedere maand, een gedeelte van een maand daaronder begrepen, een bedrag ad € 1.750,00 verschuldigd raakt voor zover hij het gehuurde niet heeft verlaten, e.e.a. te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf iedere 1e van de maand over het bedrag dat [gedaagde] voor die maand aan vergoeding verschuldigd is tot aan het moment der algehele voldoening;
[gedaagde] te veroordelen in de kosten van deze procedure, daaronder begrepen het salaris gemachtigde, te vermeerderen met de wettelijke rente over de proceskosten voor zover [gedaagde] de proceskosten niet binnen 14 dagen na berekening van het in deze te wijzen vonnis aan eiser heeft voldaan;
[gedaagde] te veroordelen in de nakosten ad € 156,00, te vermeerderen met
€ 82,00 in geval overgegaan dient te worden tot betekening van het in deze te wijzen vonnis.