3.1.[eiseres] vordert in conventie bij vonnis in kort geding, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van de Stichting tot:
een verbod tot het inwonen / permanent logeren van derden anders dan de hoofdbewoonster van de woning aan de [adres] te [woonplaats] vanwege de slechte staat van de woning in combinatie met structureel asociaal gedrag van de inwonende / permanent logerende zoons, op straffe van uit huisplaatsing van de bewoonster;
het zorgdragen voor de nakoming van de huurovereenkomst door de bewoonster van de [adres] , op straffe van een dwangsom van € 200,00 per voorgevallen overlastmelding zoals onder 1. vermeld;
het aanpakken van achterstallig onderhoud met betrekking tot alle muren en kruipruimten tussen de woningen aan de [adres] en [adres] ;
het herstel van de muren binnen de woning van [adres] , ter voorkoming van extra overlast door de verwijdering van de dikke voorzetmuren binnen de woning van [eiseres] ;
het in dienst nemen van een neutraal bedrijf, te kiezen door eiseres, voor de uitvoering van een adequate geur- en geluidsproef in het geval dat toch nog nodig wordt geacht, met inachtneming van een verblijf van minimaal 50 minuten in de woning van [eiseres] vanwege het vertraagde binnendringen door de laag steenwol;
het uitvoeren van een controle na het herstel van de poreuze muren, met inachtneming van een verblijf van minimaal 50 minuten in de woning van [eiseres] ;
het afzien om daarbij gebruik te maken van allergenen zoals het in de bouw gebruikte ‘pur’;
het terugbrengen van de hoogte van de bomen in het voortuintje tot 1 meter;
het continueren van de situatie ten aanzien van de drie raampjes in de slaapkamer aan de straatkant op de bovenverdieping, die nu alle drie opengezet kunnen worden zoals ten tijde van het aangaan van de huurovereenkomst;
het continueren van de situatie ten aanzien van de huidige twee aanwezige ventilatieroosters in de woonkamer, zoals tijdens het aangaan van de huurovereenkomst;
het afzien van plaatsing van onnodige ClimaRad ventilatie dat ruimte inneemt en veel geluid veroorzaakt;
het afzien van het onnodig openbreken van vloeren;
betaling van een schadevergoeding, bestaande uit 75% van de door [eiseres] betaalde huur, vermeerderd met de wettelijke rente, althans een ander te benoemen bedrag, wegens verregaande nalatigheid waardoor schade aan [eiseres] ’ gezondheid werd toegebracht;
betaling van de buitengerechtelijke kosten met een beloop van € 52.500,00;
betaling van de proceskosten, inclusief nakosten.