Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
kantonrechter
[verzoekster] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
verzoekster,
gemachtigde mr. A. van de Beek,
wonende te [woonplaats] ,
verweerder,
gemachtigde mr. H. den Besten.
1.Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift van [verzoekster] met 12 producties, ter griffie ingekomen op 2 oktober 2020;
- het verweerschrift van [verweerder] met 12 producties, ingekomen op 14 oktober 2020;
- de brief van mr. Van de Beek van 16 oktober 2020 met productie 13.
2.De feiten
alsmede over [verzoekster] /onze bedrijfsvoering. Dit deed jij onder andere op 12 augustus 2020, waarna [voornaam van A] jou hier op 13 augustus 2020 op heeft aangesproken en je een waarschuwing heeft gegeven. Jij reageerde verbaasd maar kwam de volgende dag wel je excuses maken.
3.Het verzoek
4.Het verweer
5.De beoordeling
verwijtbaar handelen (e-grond)
verstoorde arbeidsverhouding (g-grond)
Kamerstukken II,2013/14, 33 818, nr. 3, p. 46). De kantonrechter moet als eerste aan de hand van gesubstantieerde feiten en omstandigheden kunnen vaststellen dát er sprake van een zodanig zware en duurzame verstoring van de arbeidsverhouding is dat geen objectiveerbare termen aanwezig zijn om aan te nemen dat deze arbeidsverhouding kan worden voortgezet. Vervolgens moet de kantonrechter blijken dat de werkgever zich reëel, redelijk en concreet heeft ingespannen om de (vermeende) verstoring van de arbeidsverhouding te herstellen, maar dat deze inspanning, de werknemer toerekenbaar, geen resultaat opgeleverd heeft.
cumulatiegrond (i-grond)
Kamerstukken I, 2018-2019, 35 074, nr. 9, pag. 59). De cumulatiegrond is bedoeld voor die gevallen waarin voortzetting van het dienstverband in redelijkheid niet meer van de werkgever gevergd kan worden, waarbij de werkgever dat niet kan baseren op omstandigheden uit één enkelvoudige ontslaggrond, maar dit wel kan motiveren en onderbouwen met omstandigheden uit meerdere ontslaggronden samen (
Kamerstukken I, 2018-2019, 35 074, F, pag. 26). Daarbij kan het bijvoorbeeld gaan om verwijtbaar handelen van de werknemer gecombineerd met onvoldoende functioneren en/of een verstoorde arbeidsverhouding (
Kamerstukken I, 2018-2019, 35 074, nr. 3, pag. 52).
eindconclusie