ECLI:NL:RBMNE:2020:47
Rechtbank Midden-Nederland
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Beëindiging Ziektewetuitkering na beoordeling arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 9 januari 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) over de beëindiging van de Ziektewetuitkering van eiseres. Eiseres ontving een Ziektewetuitkering, maar deze werd per 28 december 2018 beëindigd na een beoordeling door een verzekeringsarts van het Uwv. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, maar het bezwaar werd ongegrond verklaard. Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank.
Tijdens de zitting op 9 januari 2020 heeft de rechtbank de zaak behandeld. Eiseres was aanwezig, terwijl de verweerder werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. De rechtbank heeft na de zitting onmiddellijk uitspraak gedaan. De rechtbank oordeelde dat de beëindiging van de Ziektewetuitkering terecht was, omdat eiseres in staat was om 95,60% van haar eerdere inkomen te verdienen, wat meer is dan de vereiste 65% volgens de Ziektewet.
De rechtbank heeft overwogen dat de verzekeringsartsen van het Uwv de medische toestand van eiseres correct hebben beoordeeld en dat de beperkingen die aan eiseres zijn opgelegd in de functionele mogelijkhedenlijst (FML) adequaat zijn. Eiseres heeft geen nieuwe medische informatie ingediend die haar standpunt onderbouwt, en de rechtbank heeft geconcludeerd dat de beroepsgrond van eiseres niet slaagt. De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan.