ECLI:NL:RBMNE:2020:4692
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Sluiting van een pand wegens illegaal gokken en overlast in het kader van de openbare orde
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 23 oktober 2020 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure over de sluiting van een pand in Utrecht. De burgemeester van de gemeente Utrecht had op 2 april 2019 besloten het pand voor de duur van twaalf maanden te sluiten vanwege illegaal gokken, overlast en inbreuk op de openbare orde. Dit besluit werd in een later stadium, op 12 december 2019, door de burgemeester gehandhaafd na het indienen van een bezwaar door de eigenaar van het pand, eiser in deze procedure.
Eiser, die het pand verhuurde, voerde aan dat hij niet op de hoogte was van de illegale activiteiten die in het pand plaatsvonden en dat de sluiting disproportioneel was. De rechtbank oordeelde echter dat de burgemeester op goede gronden had besloten tot sluiting van het pand. De rechtbank stelde vast dat er voldoende bewijs was van illegaal gokken en overlast, en dat eiser als eigenaar verantwoordelijk was voor het toezicht op zijn pand. De rechtbank vond dat de belangen van de openbare orde zwaarder wogen dan de financiële belangen van eiser.
De rechtbank concludeerde dat het beroep van eiser ongegrond was en dat er geen sprake was van een motiveringsgebrek in het besluit van de burgemeester. De uitspraak werd gedaan door rechter P.J.M. Mol, in aanwezigheid van griffier E. de Jong, en is openbaar uitgesproken op 23 oktober 2020. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.