Op 12 februari 2020 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een 29-jarige man uit Vleuten, die werd verdacht van het medeplegen van een gewapende overval op een postsorteercentrum in De Bilt op 16 november 2016. Tijdens deze overval werden horloges, identiteitsbewijzen en sieraden ter waarde van meer dan twee miljoen euro gestolen. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken, omdat er onvoldoende bewijs was om hem te veroordelen. De officier van justitie had vijf jaar gevangenisstraf geëist, maar de rechtbank oordeelde dat de verdachte niet als 'spin in het web' kon worden aangemerkt. Er was weliswaar telefonisch contact geweest tussen de verdachte en zijn broer, die bij het postsorteercentrum werkte, maar de inhoud van dat gesprek was onbekend en op zichzelf onvoldoende bewijs voor betrokkenheid bij de overval. De rechtbank concludeerde dat er geen bewijs was dat de verdachte de andere mededaders had getipt over waardevolle goederen of dat hij betrokken was bij de voorbereidingen van de overval. De rechtbank sprak de verdachte integraal vrij van het ten laste gelegde feit.
Daarnaast heeft de rechtbank de benadeelde partij, het postsorteercentrum, niet-ontvankelijk verklaard in hun vordering tot schadevergoeding, omdat de verdachte van het ten laste gelegde werd vrijgesproken. De benadeelde partij kan hun vordering bij de burgerlijke rechter indienen. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat ieder haar eigen kosten draagt.