ECLI:NL:RBMNE:2020:4681
Rechtbank Midden-Nederland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van besluit tot weigering huwelijk op basis van vermeend schijnhuwelijk
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 30 september 2020 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van een vrouw en een man die de rechtbank vroegen om vernietiging van een besluit van de ambtenaar van de burgerlijke stand (abs) van de gemeente [naam gemeente]. Dit besluit, genomen op 4 maart 2020, weigerde medewerking aan de aangifte en voltrekking van hun huwelijk, omdat de abs van mening was dat er sprake was van een schijnhuwelijk. De vrouw heeft de Nederlandse nationaliteit, terwijl de man de Ghanese nationaliteit heeft. De rechtbank heeft kennisgenomen van de ingediende stukken, waaronder het verzoekschrift en het verweerschrift van de abs, en heeft de zaak behandeld tijdens een zitting op 25 augustus 2020.
De abs stelde dat de man onjuiste informatie had verstrekt over zijn identiteit en dat er geen reden was gegeven voor het feit dat de man en de vrouw niet samenwoonden, terwijl ze haast hadden om te trouwen. De man en de vrouw hebben echter betoogd dat hun huwelijk oprechte redenen heeft en dat zij van elkaar houden. De rechtbank oordeelde dat, hoewel de abs aanvankelijk goede gronden had om de medewerking te weigeren, er inmiddels nieuwe aanwijzingen waren die erop wezen dat het huwelijk geen schijnhuwelijk was. De rechtbank concludeerde dat de man en de vrouw zich ten tijde van hun verklaringen niet vrij voelden om eerlijk te zijn over hun woonsituatie.
De rechtbank heeft het verzoek van de man en de vrouw om het besluit van de abs te vernietigen toegewezen en het verzoek om de abs in de kosten te veroordelen afgewezen. De beslissing werd openbaar uitgesproken door mr. E.A.A. van Kalveen, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. M.A. van den Breemer, griffier. Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden binnen drie maanden na de uitspraak.