ECLI:NL:RBMNE:2020:4576

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
11 september 2020
Publicatiedatum
27 oktober 2020
Zaaknummer
20/1398
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om vergoeding van proceskosten na intrekking van besluit door verweerder

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 11 september 2020 uitspraak gedaan in een verzoek om vergoeding van proceskosten door verzoekster, die in beroep was gegaan tegen een besluit van de Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Verweerder had op 4 maart 2020 een besluit genomen, maar op 15 mei 2020 meegedeeld dat hij dit besluit introk, waardoor verzoekster haar beroep introk en om vergoeding van haar proceskosten vroeg. De rechtbank overwoog dat verweerder niet had gereageerd op het verzoek om proceskostenvergoeding, wat leidde tot de conclusie dat verweerder geen bezwaar had tegen de vergoeding. De rechtbank stelde de proceskosten vast op € 525,- en oordeelde dat verweerder dit bedrag aan verzoekster moest betalen, evenals het griffierecht van € 48,-. De uitspraak werd gedaan door rechter R. in ’t Veld, in aanwezigheid van griffier O. Asafiati. De beslissing werd niet op een openbare zitting uitgesproken vanwege coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt wanneer dat weer mogelijk is.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 20/1398

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 11 september 2020 in de zaak tussen

[verzoekster] , te [plaats] , verzoekster

(gemachtigde: mr. L.J.Y. Hoeneveld-Mol),
en
de Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv),verweerder,
(gemachtigde: mr. E.F. de Roy van Zuydewijn).

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het verzoek van verzoekster om vergoeding van haar proceskosten.
Verweerder heeft niet gereageerd op dit verzoek.

Overwegingen

1. Verweerder heeft op 4 maart 2020 een besluit genomen. Verzoekster is hiertegen in beroep gegaan. Op 15 mei 2020 heeft verweerder de rechtbank meegedeeld dat hij terugkomt op dit besluit en dat hij het besluit intrekt. Verweerder heeft dus gedaan wat verzoekster wilde. Verzoekster heeft daarna het beroep ingetrokken en een vergoeding gevraagd voor haar proceskosten.
2. De rechtbank kan een partij de proceskosten van de tegenpartij laten betalen (artikel 8:75 en 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb)).
3. Verweerder heeft niet gereageerd op het verzoek. De rechtbank leidt hier uit af dat verweerder er geen bezwaar tegen heeft om de proceskosten te vergoeden.
4. De rechtbank stelt de proceskosten van verzoekster die verweerder moet betalen vast op
€ 525,- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift, met een waarde per punt van € 525, en een wegingsfactor 1).
5. Verweerder moet ook het door verzoekster aan de rechtbank betaalde griffierecht van €48,- aan verzoekster betalen, voor zover dit niet al is overgemaakt (artikel 8:41 Awb).

Beslissing

De rechtbank veroordeelt verweerder tot betaling van € 525,- aan proceskosten. Verweerder moet dit bedrag betalen aan verzoekster.
Deze uitspraak is gedaan door R. in ’t Veld, rechter, in aanwezigheid van O. Asafiati, griffier
.De beslissing is uitgesproken op 11 september 2020. Als gevolg van de maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Voor zover nodig wordt deze uitspraak alsnog in het openbaar uitgesproken wanneer dat weer mogelijk is.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.