8.3Het oordeel van de rechtbank
Adolescentenstrafrecht
Het uitgangspunt bij meerderjarigen is dat het volwassenenstrafrecht wordt toegepast. Toepassing van het jeugdstrafrecht kan alleen ingeval de verdachte ten tijde van het strafbare feit meerderjarig was, maar jonger dan 23 jaar én als omstandigheden gelegen in de persoon van verdachte of omstandigheden waaronder het strafbare feit is gepleegd daartoe aanleiding geven.
Ten tijde van het plegen van het feit was verdachte negentien jaar en dus meerderjarig. De rechtbank ziet in de persoon van verdachte en de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd geen aanknopingspunten om af te wijken van het uitgangspunt om het volwassenenstrafrecht toe te passen. Dit in overeenstemming met hetgeen de deskundige en de reclassering hierover hebben geadviseerd.
Strafoplegging
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezenverklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Aard en de ernst van het feit
Verdachte heeft geprobeerd een snackbar te overvallen. Verdachte is met een vuurwapen de snackbar van het slachtoffer ingelopen, heeft vervolgens op de tafels geslagen en daarbij geroepen dat hij geld wilde. Hiermee heeft verdachte geprobeerd het slachtoffer te dwingen tot het afgeven van geld.
Dit is een ernstig feit en heeft veel impact op het slachtoffer. Zij woont met haar gezin boven de snackbar en, mede omdat zij daar al eens eerder is overvallen, overheersen als gevolg van dit handelen van verdachte, gevoelens van onveiligheid, niet alleen in haar eigen zaak, maar ook in haar privé-omgeving. De zesjarige dochter van het slachtoffer was op het moment van de poging afpersing aanwezig in de snackbar en heeft alles meegekregen. De zoon van het slachtoffer bevond zich ten tijde van de overval in het kamertje achter de snackbar. De gebeurtenis is dan ook eveneens van grote invloed geweest op de kinderen van het slachtoffer. Zij hebben nachtmerries en durven niet alleen te slapen. Het slachtoffer maakt zich zorgen over welke gevolgen dit in de toekomst zal hebben voor haar kinderen. De dochter fluistert sinds de overval alleen nog maar en wordt hiervoor ook begeleid. Dit zijn allemaal gevolgen die verdachte heeft veroorzaakt. Verdachte wilde snel aan geld komen en heeft er kennelijk niet bij stil gestaan hoeveel leed hij hiermee aanrichtte, of het kon hem op dat moment niet schelen.
Daar komt nog eens bij dat een poging tot overval zoals verdachte die heeft gepleegd onrust in de samenleving meebrengen. Mensen gaan zich onveiliger voelen in de stad waar zij wonen.
De rechtbank rekent dit alles verdachte aan.
De persoon van verdachte
De rechtbank heeft kennis genomen van een uittreksel justitiële documentatie betreffende verdachte van 7 september 2020 waaruit blijkt dat verdachte niet eerder voor soortgelijke feiten als de onderhavige is veroordeeld.
De rechtbank heeft ten aanzien van de persoon van verdachte kennis genomen van:
- voornoemd Pro Justitia rapport;
- een reclasseringsrapport van 9 oktober 2020, opgemaakt door [A] , reclasseringswerker.
Uit het rapport van de psycholoog volgt dat er bij verdachte sprake is van een stoornis in het gebruik cannabis en een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens in de vorm van antisociale trekken in zijn persoonlijkheid. Dit was ten tijde van het tenlastegelegde eveneens aanwezig en heeft de gedragskeuzes en de gedragingen van verdachte beïnvloed. De psycholoog adviseert dan ook om verdachte het feit in verminderde mate toe te rekenen.
Het recidiverisico wordt door de psycholoog ingeschat als matig. Het risico zit met name in de antisociale persoonlijkheidstrekken van verdachte. Indien dit onbehandeld blijft zal het risico op recidive toenemen. De psycholoog adviseert om verdachte een behandeling te laten volgen bij een ambulante forensische polikliniek, met de mogelijkheid tot een klinische opname voor de duur van maximaal 7 weken, gericht op behandeling van de onderliggende persoonlijkheidspathologie van verdachte waarbij drugsgebruik kan worden gemonitord. Tevens kan in de behandeling de diagnostiek verder worden uitgekristalliseerd.
Uit het reclasseringsrapport volgt dat verdachte vanaf jonge leeftijd veel te maken heeft gehad met verschillende hulpverleningsinstanties. De reclassering stelt dat er bij alle betrokken instanties inmiddels sprake is van een grote mate van hulpverleningsmoeheid waarbij men alle hulpverleningsmogelijkheden als uitgeput beschouwd en men met name reageert vanuit de behoefte aan controle en beheersen.
De reclassering concludeert dat het tijd is om verdachte op eigen benen te laten staan en hem het vertrouwen te geven waar hij dat verdient en hem te ondersteunen op de gebieden waarvan hij laat zien dat hij daar moeite mee heeft.
Het recidiverisico wordt door de reclassering ingeschat als gemiddeld. Geadviseerd wordt om verdachte een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen met als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering, een ambulante behandelverplichting met mogelijkheid tot kortdurende klinische opname, het meewerken aan begeleid wonen of maatschappelijke opvang, een verbod op het vestigen op een ander adres zonder toestemming van het Openbaar Ministerie, het volgen van een opleiding en het meewerken aan middelencontrole.
Oordeel van de rechtbank
Gelet op de aard en ernst van het bewezen verklaarde feit is een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf de enige passende straf. De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van de gevangenisstraf en bij de vaststelling van de duur daarvan gekeken naar de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het LOVS voor vergelijkbare zaken en het feit dat verdachte een wapen heeft gebruikt maar ook meegewogen dat het feit in verminderde mate aan verdachte kan worden toegerekend.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf van 15 maanden, met aftrek van het voorarrest, waarvan een gedeelte van 5 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, met de bijzondere voorwaarden zoals gevorderd door de officier van justitie, passend en geboden is. De rechtbank zal deze straf aan verdachte opleggen.