ECLI:NL:RBMNE:2020:4482

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
7 oktober 2020
Publicatiedatum
21 oktober 2020
Zaaknummer
C/16/509425 / FA RK 20-5449
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rechterlijke machtiging tot opname en verblijf voor de duur van vijf jaar

Op 7 oktober 2020 heeft de Rechtbank Midden-Nederland een beschikking gegeven in een zaak betreffende een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf, ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Het verzoekschrift was op 23 september 2020 ingekomen en de mondelinge behandeling vond plaats op dezelfde datum. Vanwege coronamaatregelen vond de behandeling telefonisch en via Skype plaats. Betrokkene, geboren in 1935, was bijgestaan door haar advocaat, mr. B.A. Palm, en een wzd-functionaris.

Tijdens de behandeling verklaarde betrokkene dat zij naar huis wilde, maar haar advocaat gaf aan dat er voldaan werd aan de wettelijke vereisten voor het verlenen van een machtiging voor vijf jaar. De wzd-functionaris merkte op dat betrokkene onvoldoende inzicht had in de benodigde zorg en dat haar fysieke achteruitgang het onmogelijk maakte om thuis te wonen. Uit de overgelegde stukken bleek dat betrokkene leed aan een psychogeriatrische aandoening, met ernstige gevolgen zoals levensgevaar en verwaarlozing.

De rechtbank concludeerde dat opname en verblijf noodzakelijk waren om ernstig nadeel te voorkomen. Er waren geen minder ingrijpende mogelijkheden beschikbaar. De rechtbank verleende de machtiging tot opname en verblijf voor de duur van zes maanden, geldig tot en met 7 april 2021. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter D.J. van Maanen en is op 19 oktober 2020 schriftelijk ondertekend. Tegen deze beschikking staat cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Familierecht
Locatie Utrecht
Zaaknummer: C/16/509425 / FA RK 20-5449
Rechterlijke machtiging tot opname en verblijf
Beschikking van 7 oktober 2020naar aanleiding van het door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) ingediende verzoek tot het verlenen van een machtiging tot opname en verblijf als bedoeld in artikel 24 e.v. van de Wet zorg en dwang (Wzd), ten aanzien van:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] 1935 te [geboorteplaats] ,
wonende en verblijvende te [plaatsnaam] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. B.A. Palm.

1.Procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op
23 september 2020.
Bij het verzoekschrift zijn onder meer de volgende bijlagen gevoegd:
- het indicatiebesluit van 16 december 2019;
- de aanvraag van 2 september 2020;
- de medische verklaring van 31 augustus 2020 opgesteld en ondertekend door [A] , specialist ouderengeneeskunde.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 7 oktober 2020. Vanwege de Coronamaatregelen, heeft de mondelinge behandeling telefonisch en via Skype plaatsgevonden, conform de Algemene Regeling Zaaksbehandeling Rechtspraak. Daarbij zijn gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
  • mevrouw [B] , wzd-functionaris.
Daarbij hadden betrokkene en de wzd-functionaris alleen een geluidsverbinding, omdat het niet lukte om ook een beeldverbinding tot stand te brengen. Zij waren in de dezelfde ruimte, te weten op de locatie verpleeghuis [naam verpleeghuis] te [plaatsnaam] . De advocaat bevond zich in afzonderlijke ruimte.
1.3.
De rechtbank heeft na de mondelinge behandeling direct uitspraak gedaan. De kennisgeving mondelinge uitspraak is per mail aan de advocaat van betrokkene en aan de accommodatie toegestuurd.

2.De standpunten en de beoordeling

2.1.
Betrokkene heeft verklaard dat zij naar huis toe wil. De advocaat heeft verklaard dat betrokkene geen rechterlijke machtiging wil. Er wel wordt voldaan aan de vereisten van de wet om een rechterlijke machtiging te verlenen voor de duur van vijf jaar, aldus de advocaat.
2.2.
De wzd-functionaris heeft verklaard dat betrokkene onvoldoende inzicht heeft in de hulp die zij nodig heeft en ook houdt zij zorg af. Ook is het vanwege de fysieke achteruitgang voor betrokkene niet meer mogelijk om thuis te wonen.
2.3.
Uit de overgelegde stukken is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychogeriatrische aandoening, te weten een uitgebreide neurocognitieve stoornis, een mengbeeld van Alzheimer en een vasculaire ziekte.
2.4.
Deze psychogeriatrische aandoening leidt tot ernstig nadeel. Dit ernstig nadeel bestaat uit levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel en ernstige verwaarlozing of maatschappelijke teloorgang.
2.5.
Ter toelichting op het voorgaande overweegt de rechtbank als volgt. Betrokkene heeft beperkt ziekte-inzicht en heeft 24-uurs zorg nodig op basis van haar fysieke beperking met verhoogd risico. Ook heeft betrokkene vaste structuur en begeleiding nodig vanwege haar cognitieve stoornis en het risico op verwaarlozing. Betrokkene laat gedrag zien in het verpleegtehuis waaruit kan worden opgemaakt dat zij niet langer in de accommodatie wil blijven en naar huis toe wil.
2.6.
De opname en het verblijf zijn noodzakelijk en geschikt om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden.
2.7.
Er zijn geen minder ingrijpende mogelijkheden om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden.
2.8.
Gebleken is dat betrokkene zich verzet tegen de opname en het verblijf.
2.9.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor verlening van een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf als bedoeld in de Wzd. De rechtbank zal de machtiging verlenen voor de gevraagde zes maanden, en deze geldt aldus tot en met
7 april 2021.

3.Beslissing

De rechtbank:
- verleent een machtiging tot opname en verblijf ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedatum] 1935 te [geboorteplaats] ;
- bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 7 april 2021.
Deze beschikking is op 7 oktober 2020 mondeling gegeven door mr. D.J. van Maanen, rechter, en in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van D. Hendriks als griffier, en schriftelijk uitgewerkt en ondertekend op 19 oktober 2020
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.