ECLI:NL:RBMNE:2020:4481

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
25 september 2020
Publicatiedatum
21 oktober 2020
Zaaknummer
C/16/508820 / FA RK 20-5227
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van een zorgmachtiging in een ambulante setting op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 25 september 2020 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, een beschikking gegeven inzake de verlening van een zorgmachtiging voor betrokkene, geboren in 1991 te Frankrijk. De beschikking volgde op een verzoek van de officier van justitie, ingediend op 10 september 2020, om een zorgmachtiging te verlenen op basis van artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank heeft de zaak overgenomen van de Rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, waar de behandeling eerder was gestart.

Tijdens de mondelinge behandeling, die telefonisch plaatsvond vanwege coronamaatregelen, zijn betrokkene en zijn psychiater gehoord. Betrokkene heeft verklaard geen bezwaar te hebben tegen de aansluitende zorgmachtiging, terwijl zijn advocaat bevestigde dat het verzoek voldoet aan de wettelijke voorwaarden. De psychiater gaf aan dat betrokkene medicatie en begeleiding nodig heeft, maar dat hij niet openstaat voor een beschermde woonvorm.

De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, specifiek een schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornis, die leidt tot ernstig nadeel. De rechtbank oordeelde dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel af te wenden en dat deze zorg in eerste instantie ambulant moet worden toegepast. De rechtbank heeft de verzochte vormen van verplichte zorg toegewezen voor de duur van twaalf maanden, met de mogelijkheid om over te gaan op meer ingrijpende maatregelen indien nodig.

De beschikking is mondeling gegeven door rechter T. Dopheide en is op 16 oktober 2020 schriftelijk uitgewerkt. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Familierecht
Locatie Utrecht
Zaaknummer: C/16/508820 / FA RK 20-5227
Betrokkene nummer: [betrokkene nummer]
Machtiging tot verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 25 september 2020, naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] 1991 te [geboorteplaats] , Frankrijk,
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. B.J. Driessen.

1.Procesverloop

1.1.
Bij beschikking van 9 september 2020 van de Rechtbank Gelderland, locatie Arnhem is de behandeling van het verzoek verwezen naar de rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht.
1.2.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 10 september 2020, heeft de officier van justitie verzocht om een zorgmachtiging. Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de medische verklaring van 31 augustus 2020;
- de zorgkaart;
- het zorgplan;
- de bevindingen van de geneesheer directeur;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet BOPZ en de Wvgzz;
- de relevante politiegegevens en strafvorderlijke en justitiegegevens.
1.3.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 25 september 2020. Vanwege de Coronamaatregelen, heeft de mondelinge behandeling telefonisch via Skype plaatsgevonden, conform de Algemene Regeling Zaaksbehandeling Rechtspraak. Daarbij zijn gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
  • mevrouw [A] , psychiater.
Betrokkene en de psychiater waren in dezelfde ruimte. De advocaat bevond zich in een afzonderlijke ruimte. De rechter en de griffier bevonden zich in het gerechtsgebouw van de rechtbank Midden Nederland te Utrecht.
1.4.
De officier van justitie heeft van tevoren laten weten dat hij niet voornemens is bij de
mondelinge behandeling te verschijnen.
1.5.
De rechtbank heeft na de mondelinge behandeling direct uitspraak gedaan en aan de advocaat van betrokkene en aan de vertegenwoordiger van de zorgaanbieder een kennisgeving mondelinge uitspraak verstrekt.

2.De standpunten en de beoordeling

2.1.
In het verzoekschrift is, op grond van het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur, verzocht om aan betrokkene de volgende vormen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:2 Wvggz te mogen verlenen. Het gaat om:
a. toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
b. beperken van de bewegingsvrijheid;
c. insluiten;
d. uitoefenen van toezicht op betrokkene;
g. controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
h. aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
j. opnemen in een accommodatie.
De officier verzoekt deze vormen van verplichte zorg voor de duur van twaalf maanden. In het verzoek is vermeld dat verplichte zorg in de vorm van
aen
hook ambulant worden toegepast. De zorgvorm genoemd onder
hbestaat in dat geval uit:
  • het berusten in ambulante afspraken met het FACT team te [woonplaats] ;
  • het toelaten van huisbezoeken;
  • frequentie in overleg die bepaald is door de ambulant behandelaar;
  • medicatie onder toezicht innemen, volgens voorschrift van de arts.
De overige vormen van verplichte zorg zullen alleen klinisch worden toegepast. Uit het zorgplan blijkt dat betrokkene ambulante zorg moeizaam accepteert en hij geen ziektebesef en ziekte-inzicht heeft.
2.2.
Betrokkene heeft verklaard dat hij geen bezwaar heeft tegen de aansluitende zorgmachtiging. Hij houdt zich aan de gemaakte afspraken.
De advocaat heeft verklaard dat het verzoek voldoet aan de voorwaarden om de aansluitende zorgmachtiging toe te kunnen wijzen.
De psychiater heeft verklaard dat betrokkene het niet eens is met de gestelde diagnose. Betrokkene heeft medicatie en begeleiding van het FACT team nodig. Een beschermde woonvorm is wenselijk, maar het is de vraag of betrokkene daarvoor openstaat.
2.3.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van een schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornis.
2.4.
Deze stoornis leidt bij betrokkene tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige financiële schade, maatschappelijke teloorgang, de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. Om ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
2.5.
Ter toelichting op het voorgaande overweegt de rechtbank als volgt. Betrokkene is wisselend in zijn houding tegenover hulpverlening. In het verleden is gebleken dat de afspraken in een ambulante setting op de langere termijn moeilijk houdbaar waren. Gelet hierop is het reëel om aan te nemen dat betrokkene zich zonder juridisch kader zal onttrekken aan zorg. Om die reden is verplichte zorg nodig.
2.6.
De rechtbank constateert in deze zaak dat het de bedoeling is dat een zorgmachtiging wordt verleend die gelijkenis vertoont met de voorwaardelijke machtiging onder de wet Bopz. Het is de rechtbank ambtshalve bekend dat de voorwaardelijke machtiging met voorwaarden en opname als stok achter de deur zeer effectief was en in een grote behoefte voorzag. De Wvggz kent een dergelijke machtiging niet. Uitgangspunt in de Wvggz is echter wel dat de verplichte zorg zo veel mogelijk ambulant wordt toegepast. De rechtbank is dan ook van oordeel dat aan de behoefte in de praktijk tegemoet gekomen kan worden door bij de vormen van verplichte zorg in de zorgmachtiging onderscheid te maken tussen enerzijds vormen van verplichte zorg die ambulant worden toegepast en anderzijds vormen van verplichte zorg die bestaan uit en horen bij opname. Deze laatste vormen van verplichte zorg dienen pas te worden toegepast op het moment dat het ernstig nadeel niet meer met de ambulant verplichte zorg kan worden afgewend.
2.7.
Gelet op het bovenstaande ziet de rechtbank aanleiding om in de onderhavige zaak de verzochte vormen van verplichte zorg toe te wijzen, waarbij de vormen
aen
heerst moeten worden toegepast. Pas als op die manier het ernstig nadeel niet meer kan worden afgewend, dan kunnen de vormen
b,
c,
d,
g en jworden toegepast. De ambulant verplichte vormen van zorg die de rechtbank zal toewijzen onder
a, mag dan ook in de kliniek worden toegepast. Deze verplichte zorg kan naar het oordeel van de rechtbank het ernstig nadeel voldoende wegnemen.
2.8.
Er zijn in dit geval geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.9.
De verzochte verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt verder dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen. De rechtbank wijst er op dat artikel 2:2 van het Besluit vggz eisen stelt aan de veiligheid bij de toepassing van een zorgmachtiging met ambulant verplichte zorg.
2.10.
Gelet op het voorgaande is naar het oordeel van de rechtbank voldaan aan de criteria voor en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging met de gevraagde vormen van verplichte zorg zal worden verleend voor de (verzochte) duur van twaalf maanden.

3.Beslissing

De rechtbank:
- verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene] ,geboren op
[geboortedatum] 1991 te [geboorteplaats] , Frankrijk, voor de volgende vormen van verplichte zorg:
a. toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van
medische controles of andere medische handelingen en therapeutische
maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
te weten: eerst ambulant;
b. beperken van de bewegingsvrijheid;
c. insluiten;
d. uitoefenen van toezicht op betrokkene;
g. controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
h. aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die
tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen; te weten: alleen ambulant;
j. opnemen in een accommodatie,
en
- bepaalt dat gestart zal worden met ambulante verplichte zorg als bedoeld onder
aen
h;
- bepaalt dat op het moment dat de ambulant verplichte zorg niet meer voldoende is om het ernstig nadeel af te wenden, ook de andere verleende vormen van verplichte zorg kunnen worden toegepast met uitzondering van de verplichte zorg onder
h,die alleen ambulant mag worden toegepast;
- bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 25 september 2021.
Deze beschikking is op 25 september 2020 mondeling gegeven door mr. T. Dopheide, rechter en in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van D. Hendriks als griffier, en op 16 oktober 2020 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.