Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift van [verzoekster] met 20 producties, ter griffie ingekomen op 7 mei 2020;
- het verweerschrift van [verweerder] met 25 producties van 29 mei 2020;
- de nagezonden productie 21 en de attachment A bij productie 21 van [verzoekster] .
2.De feiten
he wanted to digest (this was not the outcome he wanted; he has put a lot of work in to set the current team up).
While the [team 2] have not voiced any expectation, they have shared this frustration with me, and already have started to distance themselves from him. (He did not recognise this, but I certainly see it)
3.Het verzoek
- de arbeidsovereenkomst van partijen te ontbinden op grond van het bepaalde in artikel 7:671b lid 1 onder a BW en primair artikel 7:669 lid 3 sub g Burgerlijk Wetboek (BW) en subsidiair artikel 7:669 lid 3 sub h BW, met inachtneming van een opzegtermijn van vier maanden waarop de periode genoemd in artikel 7:671b lid 8 sub a BW in mindering wordt gebracht, onder toekenning van een beëindigingsvergoeding van maximaal € 352.443,-- bruto;
4.Het verweer
- hem de contractueel vastgelegde vergoeding van € 352.443,00 en een billijke vergoeding van € 4.122.325,05 toe te kennen en [verzoekster] te veroordelen tot betaling van de wettelijke rente daarover vanaf het tijdstip van opeisbaarheid tot de voldoening;
- bij het bepalen van de einddatum van de arbeidsovereenkomst rekening te houden met de opzegtermijn van vier maanden vanaf de datum van de beschikking;
- [verzoekster] te veroordelen in de proceskosten.
5.De beoordeling
All up, I think it’s important that we take the opportunity to reset these relationships to be sure you and they are set up for success’en er wordt gesproken over de investering in een personal coach voor [verweerder]
“(…) which I believe can support in the resetting and refreshing of your ways of working and relationships with collaegues and team members alike.(…)”
“On 5 September you will present to the current CoE [team 3] your decision w.r.t. the future structure of CoE [naam] . Through this e-mail I would like to share with you my thoughts on what the team most likely expects you to present to them based on what I have heard from them”). De inhoud van deze e-mail past verder bij de stellingen van [verweerder] in deze procedure met betrekking tot de COR-kwestie (namelijk dat een nieuw en afwijkend besluit is genomen) en het geeft aan dat hij wel meedenkt met [A] om te voorkomen dat zij in verlegenheid wordt gebracht door vragen van het team. Dat [verweerder] met de woorden “your decision” afstand heeft genomen van de besluitvorming, kan evenmin worden aangenomen. [verzoekster] heeft niet bestreden dat deze tekst feitelijk correct is omdat het de beslissing van [A] is geweest. Het is wel voorstelbaar dat [A] (in het licht van de door haar al ervaren spanningen in de relatie tot [verweerder] ) dit zo heeft opgevat als zij stelt - [verweerder] had er verstandiger aan gedaan het neutralere “the decision” te gebruiken - maar dit hoefde helemaal niet de bedoeling van [verweerder] te zijn geweest. Het is voor de kantonrechter ook van belang dat niet is gebleken dat [A] haar ‘gevoel’ na deze e-mail met [verweerder] heeft gedeeld. In een professionele arbeidsrelatie had op dat punt wel hoor en wederhoor c.q. navraag mogen plaatsvinden, te meer nu dit gevoel een rol speelde bij de (bevestiging van de) beslissing om de arbeidsrelatie te beëindigen. Dit geldt te meer nu [verzoekster] wel transparantie in functioneringsissues met haar werknemers voorstaat (productie 18 van [verweerder]
‘Schematic step-by-step plan for dealing with poor employee performance’).
‘I actually for the most past can get on OK with [verweerder] .’Gelet op de gang van zaken kan echter niet worden aangenomen dat geen verbetering mogelijk is, te meer nu [verweerder] na 31 januari 2020 ook steeds heeft aangegeven daarvoor open te staan.