In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 25 september 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, die sinds 6 oktober 2017 een bijstandsuitkering ontving op basis van de Participatiewet, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lelystad. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de intrekking van haar bijstandsuitkering, die door verweerder was opgeschort op 15 augustus 2019 en later werd ingetrokken. Eiseres had meerdere aanvragen voor bijstandsuitkeringen ingediend, maar deze werden door verweerder buiten behandeling gesteld omdat zij niet voldeed aan de verzoeken om aanvullende informatie, waaronder bankafschriften.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres niet op de uitnodigingen voor gesprekken is verschenen en de gevraagde gegevens niet tijdig en niet volledig heeft aangeleverd. Eiseres voerde aan dat zij de uitnodiging niet had ontvangen en dat de termijn te kort was, maar de rechtbank oordeelde dat het aan eiseres was om ervoor te zorgen dat zij op de hoogte was van haar verplichtingen. De rechtbank concludeerde dat verweerder bevoegd was om de bijstandsuitkering in te trekken, omdat eiseres niet had voldaan aan de informatieverplichtingen die nodig waren om haar recht op bijstand vast te stellen.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond en het bestreden besluit bleef in stand. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken, hoewel niet in een openbare zitting vanwege coronamaatregelen. Eiseres heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.