ECLI:NL:RBMNE:2020:4443

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
7 oktober 2020
Publicatiedatum
16 oktober 2020
Zaaknummer
C/16/509760 / JE RK 20-1939
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling en terugplaatsing van minderjarigen

In deze zaak heeft de kinderrechter op 7 oktober 2020 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [voornaam van minderjarige 1] en [voornaam van minderjarige 2]. De kinderen zijn sinds 27 november 2017 onder toezicht gesteld en verblijven momenteel in een pleeggezin. De gecertificeerde instelling (GI) heeft verzocht om de ondertoezichtstelling te verlengen voor de duur van elf maanden, tot 27 oktober 2021. Dit verzoek is gedaan omdat de kinderen in hun ontwikkeling bedreigd worden en er een voorgenomen terugplaatsing bij de moeder aanstaande is. De ouders hebben ingestemd met het verzoek van de GI.

De kinderrechter heeft het verzoek van de GI toegewezen, omdat aan de wettelijke vereisten voor verlenging van de ondertoezichtstelling is voldaan. De kinderen zijn op jonge leeftijd al twee keer uit huis geplaatst en het is van groot belang dat de terugplaatsing bij de moeder goed verloopt om verdere schade aan hun ontwikkeling te voorkomen. De moeder staat open voor hulpverlening, maar heeft soms onvoldoende inzicht in de ernst van de situatie. De GI zal ook toezicht houden op de omgangsregeling tussen de kinderen en de vader, die momenteel positief contact heeft met hen.

De kinderrechter heeft de beslissing mondeling gegeven en verklaard dat de beschikking uitvoerbaar bij voorraad is. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en andere belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak. De schriftelijke uitwerking van de beschikking is vastgesteld op 16 oktober 2020, met verwijzing naar de relevante artikelen van het Burgerlijk Wetboek.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Familierecht
Zittingsplaats: Utrecht
Zaakgegevens : C/16/509760 / JE RK 20-1939
Datum uitspraak: 7 oktober 2020

beschikking verlenging ondertoezichtstelling

in de zaak van
de gecertificeerde instelling
De Jeugd- & Gezinsbeschermers, gevestigd in [vestigingsplaats] , hierna: de GI,
over

[minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2016 in [geboorteplaats 1] , hierna: [voornaam van minderjarige 1] ;

[minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2017 in [geboorteplaats 2] , hierna: [voornaam van minderjarige 2] .

De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[belanghebbende 1] , wonende in [woonplaats] , hierna: de moeder.

De kinderrechter merkt als informant aan:

[belanghebbende 2] , wonende in [woonplaats] , hierna: de vader.

Het procesverloop

De kinderrechter heeft de volgende stukken ontvangen:
- van de GI op 22 september 2020 een verzoekschrift met bijlagen;
- van de GI een e-mail op 2 oktober 2020;
- van de GI twee e-mails op 5 oktober 2020 waarvan een met bijlage;
- van de GI een e-mail op 6 oktober 2020.
Het verzoek van de GI is op 7 oktober 2020 besproken tijdens een mondelinge behandeling (zitting) met gesloten deuren. Hierbij waren aanwezig:
- de moeder;
- de vader;
- mevrouw [belanghebbende 1] en mevrouw [A] namens de GI;
- de heer [B] namens de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad).

Waar gaat het over?

Het ouderlijk gezag over [voornaam van minderjarige 1] en [voornaam van minderjarige 2] wordt uitgeoefend door de moeder.
[voornaam van minderjarige 1] en [voornaam van minderjarige 2] zijn vanaf 27 november 2017 onder toezicht gesteld. De ondertoezichtstelling is steeds verlengd en loopt af op 27 november 2020.
Voor [voornaam van minderjarige 1] en [voornaam van minderjarige 2] is op 20 juni 2019 (voor de tweede keer) een machtiging uithuisplaatsing verleend. Deze machtiging is steeds verlengd en loopt op 27 november 2020 af. [voornaam van minderjarige 1] en [voornaam van minderjarige 2] verblijven nu in een pleeggezin.
De GI verzoekt nu de ondertoezichtstelling van [voornaam van minderjarige 1] en [voornaam van minderjarige 2] te verlengen voor de duur van elf maanden.
De ouders en zijn het met het verzoek van de GI eens.

De beoordeling

De kinderrechter wijst het verzoek van de GI toe en verlengd de ondertoezichtstelling voor de duur van elf maanden tot 27 oktober 2021. De kinderrechter legt deze beslissing hieronder uit.
De kinderrechter wijst het verzoek van de GI toe omdat wordt voldaan aan de wettelijke vereisten voor een verlenging van de ondertoezichtstelling. [1] De kinderen worden namelijk nog steeds in hun ontwikkeling bedreigd. Zij zijn op hun jonge leeftijd van 3 en 4 jaar al twee keer uit huis geplaatst en zullen op korte termijn weer bij de moeder gaan wonen. Het is noodzakelijk dat deze terugplaatsing goed verloopt en niet nogmaals mislukt. Dit zou opnieuw ernstige schade in de ontwikkeling van de kinderen opleveren. Om de terugplaatsing te begeleiden en monitoren is het daarom vereist dat de GI in het kader van een ondertoezichtstelling betrokken blijft. De moeder staat wel open voor hulpverlening maar heeft soms nog onvoldoende kijk op de ernst van de situatie waardoor hulpverlening in een vrijwillig kader onvoldoende wordt geacht. Daarbij komt dat als het NIKA onderzoek naar de hechting van de kinderen is afgerond en op basis daarvan specifieke hulpverlening wordt geadviseerd de GI snel kan handelen en deze kan inzetten. Verder moet de GI ook toezicht houden op de omgangsregeling tussen de kinderen en de vader. Op dit moment heeft de vader positief contact met de kinderen. Na de terugplaatsing bij moeder moet dit goede contact in stand blijven.Ter zitting bleek dat de verhouding tussen ouders zeer gespannen is.
Ter zitting is ook de voorgenomen terugplaatsing van de kinderen bij de moeder aan de orde. De GI heeft deze voorgenomen terugplaatsing niet ter toetsing aan de Raad voor de Kinderbescherming voorgelegd. De op de zitting gegeven mondelinge toelichting op het voornemen tot terugplaatsing heeft de Raad geen aanleiding gegeven alsnog een verzoek tot verlenging van de machtiging uithuisplaatsing te verzoeken. Er ligt dus geen verzoek uithuisplaatsing ter toetsing voor bij de kinderrechter.

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de ondertoezichtstelling van [voornaam van minderjarige 1] en [voornaam van minderjarige 2] voor de duur van elf maanden tot
27 oktober 2021;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is op 7 oktober 2020 mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. E.A.A. van Kalveen, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. K.A.H. Verhoeven als griffier.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Arnhem-Leeuwarden
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 16 oktober 2020.

Voetnoten

1.Artikel 1:260 en artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek.