ECLI:NL:RBMNE:2020:4427
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening wegens niet-betaling griffierecht
Op 16 oktober 2020 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoeker had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lelystad, dat op 24 juli 2020 zijn verzoek om een individuele studietoelage op grond van de Participatiewet had afgewezen. In het kader van dit bezwaar verzocht verzoeker de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter overwoog dat op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een verzoek om voorlopige voorziening alleen in behandeling kan worden genomen als het griffierecht tijdig is betaald. In deze zaak was het griffierecht vastgesteld op € 48,-. De griffier had verzoeker per aangetekende brief op 18 september 2020 in de gelegenheid gesteld om het griffierecht binnen twee weken te betalen. Verzoeker heeft echter nagelaten om het griffierecht tijdig te voldoen en heeft geen verontschuldiging voor dit verzuim gegeven.
Gelet op het feit dat het griffierecht niet op tijd was betaald, verklaarde de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 16 oktober 2020, en tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.