Op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht kan de voorzieningenrechter uitspraak doen zonder dat partijen zijn uitgenodigd om op een zitting te verschijnen, als de voorzieningenrechter kennelijk onbevoegd is of het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk, kennelijk ongegrond of kennelijk gegrond is.
De voorzieningenrechter maakt van dit artikel gebruik en zal hierna toelichten waarom.
De voorzieningenrechter treft alleen een voorlopige voorziening als "onverwijlde spoed" dat vereist. Het is aan verzoeker om dat spoedeisende belang te onderbouwen.
Verzoeker heeft in zijn verzoek en de aanvullingen daarop van 6 en 11 juli 2020 toegelicht dat hij met het verzoek om een voorlopige voorziening wil bereiken dat het huisnummerbesluit over [straatnaam] [nummer-/letteraanduiding] wordt geschorst. Hij wil namelijk voorkomen dat de omgevingsvergunning, die met dit huisnummerbesluit samenhangt, formele rechtskracht krijgt en dat daarmee de horecabestemming van [straatnaam] [nummer-/letteraanduiding] vervalt. Verzoeker wil dat de woonfunctie ‘ongedaan gemaakt’ wordt.
Verzoeker vreest dat het huisnummerbesluit voor [straatnaam] [nummer-/letteraanduiding] onherroepelijk wordt, als er geen voorlopige voorziening wordt getroffen.
De voorzieningenrechter ziet hierin echter geen spoedeisend belang. Verzoeker heeft namelijk bezwaar gemaakt tegen het huisnummerbesluit over [straatnaam] [nummer-/letteraanduiding] en dat is voldoende om te voorkomen dat het besluit nu onherroepelijk wordt. Verweerder zal op dat bezwaar moeten beslissen.
Het huisnummerbesluit heeft op dit moment weliswaar geen formele rechtskracht, maar dat neemt niet weg dat het wel onmiddellijk in werking is getreden, want verweerder heeft geen schorsende werking aan dat besluit gegeven. Verweerders opmerking dat spoedeisend belang alleen al ontbreekt, omdat de bezwaarprocedure wordt opgeschort totdat in drie andere zaken is beslist, kan de voorzieningenrechter dan ook niet volgen.
De vraag die nu dus nog voorligt is of de voorzieningenrechter een voorlopige voorziening moet treffen die inhoudt dat de werking van het huisnummerbesluit voor [straatnaam] [nummer-/letteraanduiding] tijdens de bezwaarprocedure wordt opgeschort. Verzoeker heeft niet voldoende onderbouwd waarom de voorzieningenrechter die maatregel zou moeten treffen. Met de schorsing van dit besluit kan verzoeker, anders dan hij kennelijk aanneemt, niet bereiken dat een rechtsgevolg dat voortvloeit uit een ander besluit, namelijk het besluit waarmee de omgevingsvergunning is verleend, ook wordt geschorst.
Voor zover verzoeker van mening is dat het huisnummer [nummer-/letteraanduiding] nu met een onjuiste bestemming wordt geregistreerd in de Basisregistratie Adressen en Gebouwen, is de voorzieningenrechter niet duidelijk welk spoedeisend belang verzoeker heeft om dat op dit moment te voorkomen.
De voorzieningenrechter oordeelt daarom dat verzoeker geen spoedeisend belang heeft bij een te treffen voorlopige voorziening tot schorsing van het huisnummerbesluit voor [straatnaam] [nummer-/letteraanduiding] .
Dit is verder ook geen situatie waarin voor de voorzieningenrechter gelijk al duidelijk is dat het huisnummerbesluit [nummer-/letteraanduiding] onrechtmatig is. Verzoeker heeft bezwaren naar voren gebracht en verweerder zal hierop moeten reageren in een beslissing op bezwaar. Het kan zijn dat verzoeker gelijk krijgt in bezwaar, maar dat is dus niet evident. Er dreigt bovendien geen onomkeerbare situatie: verweerder kan het huisnummerbesluit in bezwaar herroepen en vervangen door een ander besluit. Omdat het besluit dus ook niet evident onrechtmatig is, wijst de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening af. Verzoeker zal de behandeling van het bezwaar van verweerder moeten afwachten.
Omdat verzoeker geen gelijk krijgt, worden mogelijke proceskosten ook niet vergoed.