11.BESLISSING
- verklaart het onder 1 primair, 2, 3 en 4 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het onder 1 primair, 2, 3 en 4 meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het onder 1 primair, 2, 3 en 4 bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot:
- een
jeugddetentie van 120 dagen;
- bepaalt dat de tijd, door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de jeugddetentie in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van
de jeugddetentie een gedeelte van 102 dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd,tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat de verdachte de hierna te melden algemene en/of bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een
proeftijd van 2 jarenvast;
- stelt als algemene voorwaarden dat de verdachte:
* zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
* medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- stelt als bijzondere voorwaarden dat de verdachte:
* zich in het kader van de maatregel Toezicht en Begeleiding meldt bij de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, en zich daarna gedurende een door de jeugdreclassering te bepalen periode (die loopt tot maximaal het einde van de proeftijd) en op door de jeugdreclassering te bepalen tijdstippen zal blijven melden, zo frequent en zo lang de jeugdreclassering dat noodzakelijk acht;
* meewerkt aan het verkrijgen en behouden van een gestructureerde dagbesteding;
* meewerkt, indien de jeugdreclassering dat nodig acht, aan diagnostiek en een behandeling bij De Waag, of een soortgelijke instelling;
* indien de jeugdreclassering dat nodig acht, meewerkt aan een persoonlijkheidsonderzoek en zich zal houden aan het eventuele advies dat uit dit persoonlijkheidsonderzoek volgt;
- waarbij de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering
opdracht wordt gegeven toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de
veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
- beveelt dat de bijzondere voorwaarden en het toezicht door de reclassering dadelijk uitvoerbaar zijn;
- een
taakstraf,
bestaande uit een werkstraf van 60 uren;
- beveelt dat voor het geval de verdachte de werkstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 30 dagen jeugddetentie;
- een
taakstraf,
bestaande uit een leerstraf - te weten SoCool regulier - van 40 uren;
- beveelt dat voor het geval de verdachte de leerstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 20 dagen jeugddetentie;
- heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis;
Benadeelde partijen
[slachtoffer 1]
- wijst de vordering van [slachtoffer 1] toe tot een bedrag van € 2.082,43, bestaande uit
€ 82,43 materiële schade en € 2.000,00 immateriële schade;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [slachtoffer 1] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente.
Deze wordt berekend over het bedrag van € 25,20 vanaf 4 oktober 2019, over het bedrag van € 57,23 vanaf 16 juni 2019 en over het bedrag van € 2.000,00 vanaf 13 juni 2019, tot de dag van volledige betaling.
Bepaalt dan verdachte van deze verplichting zal zijn bevrijd als deze reeds (door een ander) is betaald;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 1] aan de Staat € 2.082,43 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente.
Deze wordt berekend over het bedrag van € 25,20 vanaf 4 oktober 2019, over het bedrag van € 57,23 vanaf 16 juni 2019 en over het bedrag van € 2.000,00 vanaf 13 juni 2019, tot de dag van volledige betaling.
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of zijn mededader op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- wijst de vordering van [slachtoffer 2] toe tot een bedrag van € 2.084,75, bestaande uit € 234,75 materiële schade en € 1.850,00 immateriële schade;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [slachtoffer 2] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente.
Deze wordt berekend over het bedrag van € 78,54 vanaf 14 juni 2019, over het bedrag van € 54,48 vanaf 15 juni 2019, over het bedrag van € 54,48 vanaf 3 oktober 2019, over het bedrag van € 4,82 vanaf 19 augustus 2019, over het bedrag van € 25,29 vanaf 3 oktober 2019, over het bedrag van € 17,14 vanaf 24 januari 2020 en over het bedrag van € 1.850,00 vanaf 13 juni 2019, tot de dag van volledige betaling.
Bepaalt dan verdachte van deze verplichting zal zijn bevrijd als deze reeds (door een ander) is betaald;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 2] aan de Staat € 2.084,75 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente.
Deze wordt berekend over het bedrag van € 78,54 vanaf 14 juni 2019, over het bedrag van € 54,48 vanaf 15 juni 2019, over het bedrag van € 54,48 vanaf 3 oktober 2019, over het bedrag van € 4,82 vanaf 19 augustus 2019, over het bedrag van € 25,29 vanaf 3 oktober 2019, over het bedrag van € 17,14 vanaf 24 januari 2020 en over het bedrag van € 1.850,00 vanaf 13 juni 2019, tot de dag van volledige betaling.
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of zijn mededader op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.R. Creutzberg, voorzitter, tevens kinderrechter,
mrs. Y.M. Vanwersch en J.W.B. Snijders Blok, rechters,
in tegenwoordigheid van G. van Engelenburg, griffier,
en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 7 februari 2020.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1
hij op of omstreeks 13 juni 2019 te Amersfoort, althans in Nederland, in of uit een winkel (drogisterij [winkel] ) gelegen aan de [adres] te Amersfoort, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om één of meer geldbedrag(en) en/of de inhoud van de kluis en/of één of meer telefoon(s), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 3] en/of andere aanwezige werknemers van de [winkel] en/of RGIS, weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid,
welke poging tot diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 3] en/of andere aanwezige werknemers van de [winkel] en/of RGIS, gepleegd met het oogmerk om die voorgenomen diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- de [winkel] binnen te gaan en/of
- een vuurwapen, althans een op een (vuur)wapen gelijkend voorwerp te tonen en/of voor te houden en/of te richten op die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 3] en/of andere werknemers van de [winkel] en/of RGIS en/of
- een mes, althans een scherp en/of puntig vuurwerp, te tonen en/of voor te houden en/of
- dreigend de woorden toe te voegen: ‘Iedereen naar achteren, naar de kluis’, en/of ‘Mobiels, mobiels, doe de kluis open, snel, anders gebeuren er dingen’, althans (telkens) woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- bij die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 3] en/of andere werknemers van de [winkel] en/of RGIS aan de arm(en) en/of het lichaam te trekken en/of te dwingen mee te lopen naar de kantoorruimte en/of het magazijn en/of
- die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 3] en/of andere werknemers van de [winkel] en/of RGIS te dwingen op hun knieën en/of op de grond te zitten en/of hun handen omhoog te doen en/of
- die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 3] en/of andere werknemers van de [winkel] en/of RGIS te dwingen hun telefoon(s) op de grond te leggen en/of
- met dat vuurwapen op de kluis te slaan;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 13 juni 2019 te Amersfoort, althans in Nederland, in of uit een winkel (drogisterij [winkel] ) gelegen aan de [adres] te Amersfoort, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 3] en/of andere aanwezige werknemers van de [winkel] en/of RGIS, te dwingen tot de afgifte van de inhoud van de kluis en/of een of meer geldbedrag(en) en/of een of meer telefoons, in elk geval enig goed/goederen, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 3] en/of de [winkel] en/of andere werknemers van de [winkel] en/of RGIS, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader,
- de [winkel] binnen is/zijn gegaan,
- een vuurwapen, althans een op een (vuur)wapen gelijkend voorwerp heeft/hebben getoond en/of voorgehouden en/of gericht op die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 3] en/of andere werknemers van de [winkel] en/of RGIS en/of
- een mes, althans een scherp en/of puntig vuurwerp, heeft/hebben getoond en/of voorgehouden en/of
- dreigend de woorden heeft/hebben toegevoegd: ‘Iedereen naar achteren, naar de kluis’, en/of “Mobiels, mobiels, doe de kluis open, snel, anders gebeuren er dingen’, althans (telkens) woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- bij die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 3] en/of andere werknemers van de [winkel] en/of RGIS aan de arm(en) en/of het lichaam heeft/hebben getrokken en/of gedwongen heeft/hebben mee te lopen naar de
kantoorruimte en/of het magazijn en/of
- die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 3] en/of andere werknemers van de [winkel] en/of RGIS gedwongen heeft/hebben op hun knieën en/of op de grond te zitten en/of hun handen omhoog te doen en/of
- die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 3] en/of andere werknemers van de [winkel] en/of RGIS gedwongen heeft/hebben hun telefoon(s) op de grond te leggen en/of
- met dat vuurwapen op de kluis heeft/hebben geslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
( art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht, art 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
2
hij op of omstreeks 13 juni 2019 te Amersfoort, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld, [slachtoffer 3] heeft gedwongen tot de afgifte van zijn telefoon (Samsung Galaxy S8), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer 3] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader, welk geweld en/of welke bedreigingen met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader
- een mes, althans een scherp en/of puntig vuurwerp, heeft/hebben getoond en/of
- die [slachtoffer 3] en/of overige aanwezige(n) de woorden heeft/hebben toegevoegd: ‘De kluis gaat open’ en/of ‘Open nu, open nu’, althans woorden van dergelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- een vuurwapen, althans een op een (vuur)wapen gelijkend voorwerp, heeft/hebben getoond en/of op de borst en/of het lichaam van die [slachtoffer 3] heeft/hebben gericht en/of
- ( vervolgens) die [slachtoffer 3] dreigend de woorden heeft/hebben toegevoegd dat hij zijn telefoon in de rugzak moest doen en/of - tegen die [slachtoffer 3] en/of overige aanwezige(n) gezegd dat hij/ze op de grond moest(en) zitten en zijn/hun handen omhoog moest(en) doen;
( art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht, art 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 317 lid 3 Wetboek van Strafrecht )
3
hij op of omstreeks 13 juni 2019 te Amersfoort, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een wapen van categorie III, onder 4 van de Wet wapens en munitie, te weten een alarmpistool (merk Kimar 911) voorhanden heeft gehad;
( art 26 lid 1 Wet wapens en munitie )
4
hij op of omstreeks 13 juni 2019 te Amersfoort, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, terwijl hij de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, een wapen van categorie IV, onder 7 van de Wet wapens en munitie, te weten een mes, zijnde een voorwerp waarvan, gelet op zijn aard en/of de omstandigheden waaronder het werd aangetroffen, redelijkerwijs kon worden aangenomen dat het bestemd was om letsel aan personen toe te brengen en/of te dreigen, voorhanden heeft gehad;
( art 26 lid 5 Wet wapens en munitie )