Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van
17 september 2020 in de zaak tussen
Procesverloop
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 17 september 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. J.E. Jalandoni, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, vertegenwoordigd door mr. M. Hofstee. De zaak betreft de intrekking van de bijstandsuitkering van eiser met ingang van 11 april 2017 en de terugvordering van teveel betaalde bijstand over de periode van 1 augustus 2017 tot en met 30 september 2017, tot een totaalbedrag van € 14.936,55. Eiser heeft tegen het besluit van 18 december 2017, waarin de bijstandsuitkering werd ingetrokken, bezwaar gemaakt, maar dit bezwaar werd niet-ontvankelijk verklaard. Eiser heeft hiertegen beroep aangetekend, dat door de rechtbank op 22 februari 2019 gegrond werd verklaard.
Na heroverweging heeft verweerder op 12 maart 2020 het primaire besluit herroepen, maar het terugvorderingsbedrag voor een deel in stand gelaten. Eiser heeft opnieuw beroep ingesteld tegen dit bestreden besluit. Tijdens de zitting op 17 september 2020, die via een Skype-beeldverbinding plaatsvond, was eiser aanwezig met zijn gemachtigde, terwijl de gemachtigde van verweerder afwezig was.
De rechtbank heeft het bestreden besluit vernietigd en verweerder opgedragen een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van eiser, met inachtneming van de uitspraak. Tevens is verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.050,- en moet verweerder het griffierecht van € 48,- vergoeden. De rechtbank oordeelde dat de besluitvorming niet zorgvuldig was en dat verweerder niet voldoende inzicht had gegeven in de financiële situatie van eiser en de berekening van het terugvorderingsbedrag. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand te laten, omdat onduidelijk was of de intrekking van de bijstandsuitkering op juiste gronden was gebaseerd.