ECLI:NL:RBMNE:2020:4284
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van arbeidsongeschiktheid en WIA-uitkering in het kader van medische en arbeidskundige rapportages
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 8 september 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door mr. J.P.J. van de Griend, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, vertegenwoordigd door mr. C.W.P. van den Berg. Eiseres had beroep ingesteld tegen het besluit van verweerder, waarin werd medegedeeld dat zij per 1 mei 2019 geen recht meer had op een WIA-uitkering, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. De rechtbank heeft de zaak behandeld tijdens een Skype-zitting op 16 juli 2020.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres in het verleden als logistiek medewerker heeft gewerkt en zich op 13 oktober 2014 ziek heeft gemeld vanwege diverse klachten. Verweerder heeft eerder een WIA-uitkering geweigerd, omdat eiseres voor minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. Eiseres heeft haar werkzaamheden hervat, maar meldde zich opnieuw ziek in 2019. De rechtbank heeft de medische rapportages van de verzekeringsartsen beoordeeld en geconcludeerd dat deze zorgvuldig zijn opgesteld en geen tegenstrijdigheden bevatten.
Eiseres voerde aan dat haar medische beperkingen waren onderschat, maar de rechtbank oordeelde dat er geen nieuwe medische gegevens waren die deze claim onderbouwden. De verzekeringsarts bezwaar en beroep had voldoende gemotiveerd dat eiseres geschikt was voor de maatgevende arbeid en dat er geen noodzaak was voor een urenbeperking. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, waarbij werd opgemerkt dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. Y.N.M. Rijlaarsdam, rechter, in aanwezigheid van griffier mr. L.M.A. Koeman.