ECLI:NL:RBMNE:2020:4276
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen WOZ-waarde en achterstallig onderhoud van onroerende zaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 11 augustus 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door mr. P.L.J.A. van Rosmalen, en de heffingsambtenaar van de gemeente, vertegenwoordigd door D. Ruiter. Eiseres heeft beroep ingesteld tegen de vastgestelde WOZ-waarde van haar woning aan [adres 1] te [woonplaats], die door de heffingsambtenaar op € 190.000,- is vastgesteld voor het belastingjaar 2019, met als waardepeildatum 1 januari 2018. Eiseres betwist deze waarde en stelt dat de woning, die in 1982 is gebouwd, in sterk verouderde staat verkeert en dat de waarde lager zou moeten zijn, namelijk € 170.000,-. De heffingsambtenaar heeft in zijn verweerschrift een taxatierapport overgelegd ter onderbouwing van de vastgestelde waarde, waarin de woning is vergeleken met vijf referentiewoningen in [woonplaats].
De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep van eiseres ontvankelijk is, ondanks dat het beroepschrift enkele dagen na de wettelijke termijn is ontvangen, omdat het poststempel op de envelop de datum van 3 januari 2020 vermeldt. De rechtbank heeft vervolgens de argumenten van eiseres beoordeeld, waaronder het achterstallig onderhoud van de woning en de vraag of de heffingsambtenaar de juiste referentiewoningen heeft gebruikt voor de waardebepaling. De rechtbank concludeert dat de heffingsambtenaar voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de WOZ-waarde niet te hoog is vastgesteld en dat er voldoende rekening is gehouden met het onderhoud van de woning. Eiseres' argumenten worden verworpen, en het beroep wordt ongegrond verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen, rechter, in aanwezigheid van mr. L.M.A. Koeman, griffier. De uitspraak is niet openbaar uitgesproken vanwege coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat weer mogelijk is. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.