Uitspraak
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van
8 september 2020 in de zaak tussen
[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres
de korpschef van politie, verweerder
Inleiding
Beslissing
Overwegingen
.
Rechtbank Midden-Nederland
Op 8 september 2020 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen eiseres en de korpschef van politie. Eiseres had op 17 februari 2020 een verzoek ingediend om twee meldingen, waarin zij en haar partner werden genoemd, uit het politiesysteem te verwijderen. De korpschef heeft dit verzoek op 12 maart 2020 afgewezen, waarop eiseres beroep heeft ingesteld. Tijdens de zitting op 8 september 2020, die via Skype plaatsvond, heeft de rechtbank de zaak behandeld. Eiseres was aanwezig, terwijl de korpschef werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. S. Maas.
De rechtbank heeft in haar uitspraak geoordeeld dat het beroep van eiseres ongegrond is. Eiseres voerde aan dat de meldingen onterecht waren en gebaseerd op leugens, wat een negatieve impact had op haar relatie en haar privacy. De korpschef stelde echter dat de meldingen waren gebaseerd op de verklaringen van eiseres zelf en dat deze noodzakelijk waren voor de uitvoering van de politietaak. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres niet had aangetoond dat de meldingen feitelijk onjuist waren en dat de registraties relevant bleven voor de dagelijkse politietaken van de politie.
De rechtbank heeft ook overwogen dat de korpschef geen inbreuk heeft gemaakt op de rechten van eiseres, zoals het recht op privéleven. De rechtbank concludeerde dat de meldingen rechtmatig waren opgeslagen en dat er geen reden was om deze te verwijderen. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door rechter mr. L.M. Reijnierse, in aanwezigheid van griffier mr. L.E. Mollerus, en partijen ontvingen een afschrift van het proces-verbaal.