Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding d.d. 29 september 2020 met producties 1 t/m 6
- het faxbericht van Avrotros van 29 september 2020
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van Avrotros.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 29 september 2020 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een eiser en de vereniging Avrotros. De eiser, die wordt beschuldigd van oplichting, verzocht de rechtbank om een verbod op de uitzending van opnames die door Avrotros waren gemaakt. De opnames betroffen een confrontatie met de eiser over beschuldigingen van illegale onderhuur en oplichting. De rechtbank oordeelde dat het belang van Avrotros om misstanden aan de kaak te stellen zwaarder weegt dan het belang van de eiser om herkenbaar in beeld te worden gebracht. De eiser had erkend dat hij zich schuldig had gemaakt aan de hem verweten handelswijze, wat de ernst van de beschuldigingen versterkte. De voorzieningenrechter concludeerde dat de vorderingen van de eiser niet voor toewijzing in aanmerking kwamen, en dat de uitzending van de opnames rechtmatig was. De eiser werd veroordeeld in de proceskosten van Avrotros, die op € 1.636,00 werden begroot. De uitspraak benadrukt de belangenafweging tussen het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer en het recht op vrijheid van meningsuiting.