ECLI:NL:RBMNE:2020:4215
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht
In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 28 september 2020 uitspraak gedaan in een beroep van eiseres, een vennootschap onder firma, tegen een besluit van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Eiseres had het griffierecht van € 354,- niet betaald, wat leidde tot de niet-ontvankelijkheid van het beroep. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres op 18 juli 2020 en 16 augustus 2020 herhaaldelijk is geïnformeerd over de betalingsverplichting en de mogelijkheid om een verzoek om vrijstelling van het griffierecht in te dienen. Eiseres heeft echter pas op 22 september 2020, na het verstrijken van de betalingstermijn, een verzoek om vrijstelling ingediend. De rechtbank oordeelt dat dit verzoek te laat is gedaan en dat er geen geldige redenen zijn aangevoerd voor de late indiening. Hierdoor kan de rechtbank het beroep niet inhoudelijk behandelen en verklaart het beroep niet-ontvankelijk op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Eiseres krijgt geen proceskostenvergoeding toegewezen. De uitspraak is gedaan door rechter R.C. Stijnen, in aanwezigheid van griffier S.C.J. van der Hoorn. Vanwege coronamaatregelen is de uitspraak niet openbaar uitgesproken, maar zal dit alsnog gebeuren zodra dat weer mogelijk is.