In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen het uitblijven van een besluit op zijn aanvraag voor omgevingsvergunningen, ingediend op 12 juli 2019. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lopik heeft op 2 september 2019 een primair besluit genomen, waartegen eiser bezwaar heeft gemaakt. Eiser stelde dat er van rechtswege een omgevingsvergunning was verleend omdat verweerder niet tijdig op zijn aanvraag had beslist. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder op 14 januari 2020 heeft bevestigd dat de omgevingsvergunning van rechtswege was verleend, en op 21 januari 2020 is deze vergunning bekendgemaakt. Eiser heeft ook een dwangsom toegekend gekregen, wat betekent dat hij zijn doel heeft bereikt. De rechtbank oordeelt dat eiser geen procesbelang meer heeft bij de uitspraak over de omgevingsvergunning, waardoor zijn beroep niet-ontvankelijk is verklaard.
Daarnaast heeft eiser ook beroep ingesteld tegen het uitblijven van een besluit op zijn aanvraag voor de activiteit ‘het plaatsen van handelsreclame’. De rechtbank oordeelt dat er geen sprake is van een van rechtswege verleende omgevingsvergunning, omdat verweerder op de aanvraag heeft beslist. Eiser had verweerder in gebreke moeten stellen over het niet tijdig beslissen op zijn bezwaarschrift, wat hij niet heeft gedaan. Hierdoor is ook dit beroep niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft verweerder opgedragen het door eiser betaalde griffierecht van € 174,- te vergoeden, maar heeft geen proceskosten aan eiser toegewezen, omdat er geen kosten zijn die voor vergoeding in aanmerking komen.