ECLI:NL:RBMNE:2020:4175
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van de rechtbank in beroepschrift tegen beslissing Georganiseerd Overleg SZ Pluimvee Industrie
In deze zaak heeft Myronivsky Hliboproduct MHP B.V. op 31 januari 2020 een dispensatieverzoek ingediend bij Sociale Zaken Pluimvee Industrie (SZ Pluimvee Industrie) voor haar Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA)-hiaat verzekering. Dit verzoek werd op 3 maart 2020 afgewezen door het Georganiseerd Overleg van SZ Pluimvee Industrie. Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar op 23 juni 2020 werd dit bezwaar opnieuw afgewezen. Hierop heeft eiseres beroep ingesteld bij de rechtbank tegen de beslissing van 23 juni 2020.
De rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, heeft in haar uitspraak van 26 augustus 2020 geoordeeld dat zij kennelijk onbevoegd is om van het beroepschrift kennis te nemen. De rechtbank baseert zich op artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en doet uitspraak zonder zitting. De rechtbank stelt vast dat de beslissing van 23 juni 2020 geen besluit is van een bestuursorgaan, zoals bedoeld in de Awb. Het Georganiseerd Overleg van SZ Pluimvee Industrie is geen orgaan dat krachtens publiekrecht is ingesteld, en haar bevoegdheid om te oordelen over geschillen tussen werkgever en werknemer is gebaseerd op de collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) voor de Pluimveeverwerkende industrie.
Aangezien de beslissing van het Georganiseerd Overleg niet kan worden aangemerkt als een besluit waartegen beroep kan worden ingesteld bij de rechtbank, verklaart de rechtbank zich kennelijk onbevoegd om kennis te nemen van het beroepschrift van eiseres. De uitspraak is gedaan door rechter R.C. Stijnen, in aanwezigheid van griffier C.H. Verweij. Deze uitspraak is niet openbaar uitgesproken vanwege de coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat weer mogelijk is. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden gedaan bij de rechtbank.