4.3Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen feit 1
[aangeefster 1]heeft namens Albert Heijn aangifte gedaan. Zij heeft onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Op 3 juni omstreeks 20.30 uur stond ik bij de kassa’s van de Albert Heijn te Bussum toen ik een meneer zag lopen met een mandje en een volle tas. Een moment later zag ik meneer de winkel uitlopen met die volle plastic tas. Hierna ben ik de camerabeelden terug gaan kijken en heb ik meneer hierop gevolgd vanaf het moment dat hij de winkel in kwam.Ik zag op de camerabeelden dat:
- hij de winkel in kwam met een plastic tas die vrijwel leeg was;
- hij een mandje pakte richting de chocolade liep;
- hij veel bonbons pakte en deze in zijn mandje deed;
- hij meerdere keren met zijn handen diverse chocolade uit het schap pakte;
Ik zag op de camerabeelden dat:
- hij daarna een hele volle tas had en dat hij een leeg mandje had;
- hij regelrecht de winkel uitgelopen is zonder af te rekenen, met vermoedelijk de
producten in zijn plastic tas.
Verbalisant [verbalisant 1]heeft in een proces-verbaal van bevindingen van het bekijken van de camerabeelden onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
De verdachte (gestreepte trui) komt de Albert Heijn binnen. Hij draagt een plastic tas van "Deen" bij zich. Gelet op de vorm van deze plastic tas en de wijze waarop deze beweegt lijkt deze niet of zeer licht gevuld. De verdachte staat voor een schap met chocoladeartikelen. De verdachte neemt drie lichtkleurige dozen uit het schap en legt deze in zijn winkelmandje.De verdachte pakt met een hand een stapel van 4 a 5 artikelen uit het schap en legt deze in zijn winkelmandje. De verdachte herhaalt dit nog een keer. Vervolgens verdwijnt de verdachte uit beeld. Ruim 1 minuut later verschijnt de verdachte weer in beeld. Er zitten geen artikelen meer in zijn winkelmandje.30 seconden later verlaat de verdachte het winkelgedeelte via de ingang. De verdachte draagt nu de "Deen" plastic tas in zijn rechterhand. De plastic tas lijkt aan de bovenzijde dichtgeknoopt of gedraaid bij de hengsels. De plastic tas lijkt nu gevuld gelet op de bolle vorm van de plastic tas. De verdachte loopt richting de in/uitgang van de winkel met de gevulde "Deen" plastic tas. De plastic tas heeft zichtbaar volume en massa gelet op de wijze waarop de plastic tas beweegt en "swingt".
Verbalisant [verbalisant 2]heeft in een proces-verbaal van herkenning onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
De persoon herkende mijn collega [verbalisant 3] en ik direct voor 100% als zijnde [verdachte] .Ik herkende hem aan het totaalbeeld van zijn kenmerken. Ik herken [verdachte] aan zijn grijze baardje, zijn haardracht, zijn ingevallen gezicht. Maar ook zijn smalle postuur en lichaamshouding dragen bij aan de 100% herkenning. Tevens herken ik hem ook aan zijn "houterige" motoriek.
Bewijsmiddelen feit 2
[benadeelde 2]heeft aangifte gedaan. Zij heeft onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Op 27 mei 2020 omstreeks 18:55 uur plaatste ik mijn zwarte damesfiets, merk Cortina, type U4 Transport, in het fietsenrek voor de Thaise massagesalon aan de [adres] te [woonplaats] . Toen ik omstreeks 19:50 uur terugkwam op de plaats waar ik mijn fiets gestald had, zag ik dat mijn fiets was weggenomen. Ik heb toen aan twee vrouwen die op het balkon zaten van een woning boven de massagesalon, gevraagd of zij iets gezien hadden. Ik hoorde dat [getuige 1] mij vertelde dat zij met haar moeder gezien had dat zij ongeveer tien minuten geleden, vlak voor ik terug kwam op de plaats waar mijn fiets had gestaan, dat een man met halflang muisgrijs haar met slag erin, dun postuur, junktype, met zwarte leren jas en spijkerbroek, op de fiets was aan komen rijden en toen even heeft gestaan bij de kapper en massagesalon aldaar en toen vervolgens mijn fiets had opgetild en deze in zijn hand mee genomen terwijl hij wegfietste op de fiets waar hij mee kwam aanrijden.
Verbalisant [verbalisant 4]heeft in een proces-verbaal van bevindingen van het bekijken van de camerabeelden onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Verdachte komt aan fietsen en fietst naar de plek waar de gestolen fiets was neergezet door de aangever. Verdachte tilt de gestolen fiets op en fietst weg.
Verbalisant [verbalisant 3]heeft in een proces-verbaal van herkenning onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergeven:
De persoon op still 1, de persoon op still 2 én de persoon op still 3 herken ik als [verdachte] . Ik herkende hem aan het totaalbeeld van zijn kenmerken.Ik herken de verdachte aan zijn haardracht, de manier van fietsen en hoe verdachte op zijn fiets zit. Aan zijn herkenning droegen de volgende specifieke kenmerken bij: Zijn haardracht, namelijk iets grijs/ rozig en vlassig. Tevens zijn iets voorovergebogen/ hangende fiets houding. Ook zijn zwarte schoenen met witte zool is waar ik verdachte aan herken.
Bewijsmiddelen feit 3
[benadeelde 3]heeft aangifte gedaan. Zij heeft onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Pleegplaats [adres] thv
[woonplaats]
NEDERLAND
Tijdstip achtergelaten 25-05-2020 08:30
Tijdstip geconstateerd 25-05-2020 17:15
Omschrijving voorval Mijn ebike is vandaag gestolen, op de parkeerplaats van het verpleeghuis waar ik werk. Hij stond op slot.
Verbalisant [verbalisant 4]heeft in een proces-verbaal van bevindingen van het bekijken van camerabeelden onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Verdachte komt aan fietsen en fietst naar de plek waar de fiets van aangever staat. Verdachte fiets weg van de plek waar de fiets van de aangever staat. Verdachte fietst terug naar de plek waar de fiets van aangever staat.Verdachte fietst weg terwijl hij een andere fiets onder zijn arm vast heeft.
Verbalisant [verbalisant 2]heeft in een proces-verbaal van herkenning onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
De persoon op still 1 herken ik als [verdachte] . Ik herkende hem aan het totaalbeeld van zijn kenmerken. Ik herken [verdachte] aan zijn grijze baard, zijn haardracht en zijn ingevallen gezicht. Maar ook zijn smalle postuur en lichaamshouding dragen bij aan de 100%herkenning. [verdachte] heeft een warrig kapsel, wat je ook op de beelden ziet. Tevens herken ik [verdachte] aan zijn “houterige” motoriek.
Bewijsmiddelen feit 4
[benadeelde 4]heeft aangifte gedaan. Zij heeft onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Op 23 mei 2020 plaatste ik mijn damesfiets, merk Cortina, kleur zwart, transportfiets, op de openbare weg voor de etalage van de kledingwinkel America Today, aan de Havenstraatzijde tegenover perceel 1. Ik sloot mijn fiets af met het ringslot. Omstreeks 16:30 uur op dezelfde dag kwam ik op de plaats terug waar ik mijn fiets gestald had en zag toen dat mijn fiets weggenomen was.
[getuige 2]is als getuige gehoord. Hij heeft onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Op 23 mei 2020 in de middaguren zag ik dat een persoon op een fiets aan kwam rijden bij de winkel America Today. Ik zag dat hij met zijn fiets stopte bij een voor de etalageruit van kledingwinkel America Today gestalde zwarte damesfiets met klein rek aan voorkant. Ik zag dat hij deze fiets in zijn hand oppakte en dat hij met deze fiets dragend aan zijn arm, wegreed op de fiets die hij al bij zich had, richting de Landstraat. Ik heb vervolgens een paar dagen later van de eigenaresse van de weggenomen fiets, een foto toegezonden gekregen waarop dezelfde man te zien is en heb toen aan haar bevestigd dat ik zag op 23 mei 2020
Verbalisant [verbalisant 2]heeft in een proces-verbaal van herkenning onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
De persoon op foto 1 herken ik als [verdachte] . Ik herkende hem aan het totaalbeeld van zijn kenmerken. Ik herken hem aan het totaalbeeld van zijn kenmerken. Ik herken [verdachte] aan zijn grijze baardje, zijn haardracht, zijn ingevallen gezicht. Maar ook zijn smalle postuur en lichaamshouding, die bijdragen aan de 100% herkenning.
Bewijsmiddelen feit 5
[benadeelde 5]heeft aangifte gedaan. Hij heeft onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Op 17 mei
(de rechtbank begrijpt 2020)is vanuit een container op ons terrein te Muiden mijn e-bike gestolen.Ik zag op de beelden omstreeks 17.30 dat de man wegfietst met mijn e-bike. Ik kan de persoon omschrijven, als een oudere, niet verzorgde man, grijs haar en hij loopt een beetje mank. Op maandag 18 mei zag mijn vriendin dat de container weer open stond. Vervolgens zijn we camerabeelden beelden gaan terugkijken. We zagen dat om 05.50 uur dat dezelfde man onze boot was opgeklommen en daar 4 minuten had rondgekeken. Direct daarop zagen wij dat hij de schoenen van mijn vriendin in zijn handen had en op een andere zwarte fiets weg fietste. Deze schoenen zijn van het merk Louis Viton, geheel wit.Merk/type: M1-Sporttechnik Spitzing.
Verbalisant [verbalisant 5]heeft in een proces-verbaal van bevindingen van het bekijken van de camerabeelden onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
17:21:24 Verdachte komt met een fiets het terrein oprijden. 17-05-2020 17:21:26 Op dit beeld is goed te zien dat de verdachte op een omafiets rijdt. 17-05-2020 17:25:12 Verdachte fietst richting de uitgang van het terrein op de gestolen elektrische fiets.
Verbalisant [verbalisant 5]heeft in een proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
18-05-2020 05:50:03 Verdachte stapt op de boot. 18-05-2020 05:51:29 Verdachte komt van de boot af te zien is dat hij een paar schoenen in zijn linker hand heeft.18-05-2020 05:51:32 Verdachte loopt richting fiets. Ook hier is duidelijk te zien dat de verdachte een paar schoenen in zijn linker hand vast heeft. 18-05-2020 05:51:36 Verdachte stapt op zijn fiets, waarna hij richting de uitgang van het terrein fietst.
Verbalisant [verbalisant 6]heeft in een proces-verbaal van herkenning onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
De persoon op de foto 1 en still 1 herken ik als [verdachte] . Ik herken hem aan zijn gezicht, zijn ogen en zijn grijze baardje en zijn postuur en leeftijd. Aan zijn lichte schoenen met witte zolen, die hij ook aan had toen ik hem de laatste keer sprak.
Verbalisant [verbalisant 3]heeft in een proces-verbaal van herkenning onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
De persoon op still 1 en de persoon op still 2 herken ik als [verdachte] .Ik herkende hem aan het totaalbeeld van zijn kenmerken. Ik herken de verdachte aan zijn manier van op de fiets zitten, zijn haardracht, zijn baardgroei. Namelijk: grijs/ rozig vlassig haar en zijn gezichtsuitdrukking namelijk zijn mimiek en de stand van zijn ogen en neus.
Bewijsmiddelen feit 6
[benadeelde 6]heeft aangifte gedaan. Zij heeft onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Op 17 mei
(de rechtbank begrijpt 2020)omstreeks 12:00 uur had mijn dochter gezien dat haar fiets werd gestolen. Mijn dochter keek vanuit onze woning, uit het raam en dacht haar fiets te zien weg rijden met een man vanaf de achterzijde, beige jas en grijzig haar en groene boodschappentas.
Verbalisant [verbalisant 7]heeft in een proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Hierover heb ik, verbalisant [verbalisant 7] , telefonisch contact gehad met [A] (
de rechtbank begrijpt: [A] , partner van [benadeelde 5] )en ik hoorde
dat [A] mij het volgende vertelde: 'Bij mij is een e-bike gestolen op zondag 17 mei 2020 omstreeks 17.21 uur, hier heb ik ook aangifte van gedaan onder het registratienummer PL0900-2020152322. Nadat ik erachter kwam dat de e-bike gestolen was heb ik beveiligingsbeelden uitgekeken en zag ik een man de diefstal plegen op de beveiligingsbeelden. Ik heb hier een screenshot
van gemaakt en op Facebook geplaatst met de vraag wie deze man herkent. Op de
screenshot is een man te zien die op een fiets fietst’.
Later werd ik gebeld door [benadeelde 6] . Zij vertelde mij dat de man op de screenshot van het Facebookbericht op de fiets van haar dochter fietst.
Verbalisant [verbalisant 8]heeft in een proces-verbaal herkenning onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
De persoon op foto 1 herken ik als [verdachte] . Ik herkende hem aan het totaalbeeld van zijn kenmerken. Ik herkende de persoon meteen als de mij ambtshalve bekende [verdachte] , geboren op [1971] te [geboorteplaats] . Ik herkende hem aan zijn haardracht, zijn gelaat maar vooral aan de manier waarop hij op de fiets zit. [verdachte] heeft een lang, mager en houterige manier van fietsen en lopen welke ik direct herken.
Bewijsmiddelen feit 7
[benadeelde 7]heeft aangifte gedaan. Zij heeft onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Mijn zoon zet zijn fiets altijd in het fietsenrek op het terrein van het café te Laren. Op 15 mei hebben mijn ouders voor het laatst gezien dat de fiets er nog stond. Op 20 mei kreeg ik een berichtje van mijn moeder dat de fiets weg was. Mijn man constateerde dat er op de opgenomen beelden te zien was dat een man het terrein op kwam fietsen. Te zien was dat hij even een rondje reed. Daarna was te zien dat hij het terrein op kwam lopen. Te zien was dat hij uiteindelijk de fiets optilde en ermee wegliep.
Verbalisant [verbalisant 5]heeft in een proces-verbaal van bevindingen van het bekijken van camerabeelden onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
15-05-2020 20:54:07 Verdachte komt met een fiets het terrein oprijden.15-05-2020 20:54:20 Verdachte verlaat terrein weer.15-05-2020 20:57:10 Verdachte komt het terrein weer op lopen. Verdachte loopt naar fietsenrek. 15-05-2020 20:57:38 Verdachte tilt de fiets op. 15-05-2020 20:57:42 Verdachte verlaat het terrein met de fiets.
Verbalisant [verbalisant 6]heeft in een proces-verbaal herkenning onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
In Laren is een fiets gestolen waarvan goede beelden zijn.
In de bijlage een filmpje van een voorverkenning, de daadwerkelijke diefstal en een
screenshot van de dader. De persoon op still 2 van het filmpje herken ik als [verdachte] . Ik herkende hem aan het totaalbeeld van zijn kenmerken.
Ik herken hem aan zijn haardracht, kort geknipt iets lag bovenop,
vorm van het gezicht ingevallen, grijs baardje, postuur, lang en slank, ingevallen
ogen. Zijn schoenen, lichte hoge sportschoenen.
Aan zijn herkenning droegen de volgende specifieke kenmerken bij:
Baardje, ingevallen ogen, haardracht, vorm gezicht en gezichtsuitdrukking met open
mond.
Bewijsmiddelen feit 8
[benadeelde 1]heeft aangifte gedaan. Hij heeft onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Ik woon in Naarden. Op 8 mei 2020 was ik in mijn overkapping en zag ik mijn zwarte racefiets staan. Op 13 mei 2020 liep ik de overkapping in en zag ik dat mijn fiets er niet meer stond. Ik ben toen direct de opnames van mijn camera gaan bekijken en zag het volgende: Ik zag dat er op 10 mei 2020 een man aankwam fietsen. Ik zag dat hij eerst voorbij de woning uit beeld fietst en niet veel later terug komt en zijn fiets parkeert tegen de lantaarnpaal aan die op het trottoir voor de ingang van mijn voortuin staat. Ik zie dat de man mijn tuin inloopt en direct in de richting van de overkapping loopt. Ik zie dat de man de overkapping in loopt. Dan is hij even uit beeld. Niet veel later zie ik dat de man weer in beeld verschijnt doordat hij de overkapping weer uit komt met mijn fiets. Ik zie dat de man op mijn fiets de tuin uit rijdt. Ik zie dat de man zijn eigen fiets ook mee pakt en weg gaat met beide fietsen.
Verbalisant [verbalisant 7]heeft in een proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Verdachte komt aangefietst en fiets voorbij de woning. Verdachte komt terug en parkeert zijn fiets op het voetpad voor de woning. Verdachte loopt de voortuin in, in de richting van de carport.Verdachte loopt direct naar de carport toe. Verdachte komt met een zwarte mountainbike de carport uit. Verdachte rijdt met beide fietsen weg.
Verbalisant [verbalisant 8]heeft in een proces-verbaal van herkenning onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Ik herken [verdachte] voor 100% aan zijn gelaat en haardracht maar vooral aan zijn houding en lichaam. Hij heeft een houterige manier van lopen en staan. Ook heeft hij een ingevallen gezicht en grijze haren welke ik herken op de foto. Ik herkende hem aan het totaalbeeld van zijn kenmerken. Zijn lichaam en karakteristieke houding. Ook zijn haardracht en gelaat herkende ik direct.
Bewijsoverweging feiten 1 tot en met 8
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat de herkenningen van verdachte door de verbalisanten onbetrouwbaar zijn, nu er telkens sprake is van dezelfde verbalisanten die verdachte herkennen. Niet is uit te sluiten dat deze verbalisanten persoonlijk iets tegen verdachte hebben. De rechtbank ziet hierin geen aanleiding om twijfelen aan de positieve herkenning door de betreffende verbalisanten. Het feit dat verbalisanten en verdachte elkaar in het verleden kennelijk geregeld zijn tegen gekomen, maakt de herkenning niet op voorhand onbetrouwbaar.
Bewijsmiddelen feit 9
Het feit is door verdachte begaan. Verdachte heeft het ten laste gelegde feit bekend. De raadsvrouw heeft geen vrijspraak voor deze feiten bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 15 september 2020;
- een proces-verbaal van aangifte van [verbalisant 9] namens Politie Gooi & Vechtstreek d.d. 7 februari 2020.
Bewijsmiddelen feit 10
[aangeefster 2]heeft aangifte gedaan namens [restaurant] . Zij heeft onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
De kok van ons restaurant had op 24 december 2019het restaurant verlaten. Bij controle van de koelcel bleek dat de aldaar opgeslagen levensmiddelen nog allemaal aanwezig waren. Op 25 december 2019 kwam hij weer in de keuken en na controle van de koelcel, bleken de daarin aanwezige doorzichtige plastic bakken, ongeveer 6 tot 8 bakken met daarin in plastic verpakt en ingevroren vlees en diverse soorten kaas leeg te zijn.
Verbalisant [verbalisant 3]heeft in een proces-verbaal van bevindingen van het bekijken van de camerabeelden:
Ik zie dat verdachte de keuken/koelcelruimte in komt lopen en ik zie dat hij duidelijk opzoek is. De verdachte kijkt eerst links in een hoek en loopt vervolgens rechts in de hoek een witte deur binnen. Ik zie dat de verdachte rechtsachter de deur, de ruimte uitgelopen komt. De verdachte is goed en volledig in zijn gezicht te zien. Hier is tevens te zien dat verdachte niets in zijn handen of elders iets met zich draagt. Ik zie dat de verdachte rechtsonder uit beeld verdwijnt.Verdachte komt links uit de deur gelopen met een zwarte krat in zijn beide handen. Ik zie dat de zwarte krat gevuld is met goederen. Ik zie dat de verdachte met deze krat rechts onder uit het beeld verdwijnt. Ik zie dat de verdachte rechtsonder in het scherm verschijnt en vervolgens linksonder in het scherm achter de deur verdwijnt. Ik zie dat de verdachte niets in zijn handen heeft.Ik zie dat de verdachte rechtsonder in beeld verschijnt en direct linksonder achter de deur verdwijnt. Ik zie hem vervolgens enkele seconden later met een zwarte krat in zijn beide handen in het beeld verschijnen. Ik zie dat deze krat gevuld is met goederen. Ik zie vervolgens dat de verdachte rechtsonder uit beeld verdwijnt. Ik zie dat de verdachte vervolgens weer enkele seconden later in beeld verschijnt zonder dat hij iets in zijn handen heeft. Ik zie dat de verdachte wederom linksonder achter de deur verdwijnt.
Verbalisant [verbalisant 2]heeft in een proces-verbaal van herkenning onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
De persoon herken ik voor de volle 100% aan zijn postuur en manier van lopen. Op still 3 herken ik als [verdachte] . Ik herken hem aan het totaalbeeld van zijn kenmerken.Ik herken de persoon aan zijn gezicht, postuur en manier van lopen. Aangezien ik de persoon al vele jaren ken, zag ik meteen dat het ging om de
verdachte. De manier van lopen herken ik voor de volle 100% aan het lopen van de verdachte.
Bewijsmiddelen feit 11
[aangeefster 3]heeft aangifte gedaan. Zij heeft onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Vanaf juni 2018 is de stalking en de bedreigingen van [verdachte] begonnen. [verdachte] heeft voicemail berichten achter gelaten en [aangeefster 3] heeft gesprekken via de callrecorder app opgenomen. Hij dreigt in de SMS om onze zoon mee te nemen. [verdachte] dreigt ook met een Kalasjnikov.
Verbalisant [verbalisant 10]heeft in een proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Fragment AUD-20181007-WAO000
Dit betreft een telefonisch gesprek van 12 seconden, tussen aangeefster [aangeefster 3] en [verdachte] .
- [verdachte] : "Ik kom in deze dagen mijn kind ophalen met een kogelvrij vest en een kanker Kalasjnikov".
Fragment AUD-20181218-WAOOOODit betreft een telefonisch gesprek van 16 seconden, tussen aangeefster [aangeefster 3] en [verdachte] .
- [verdachte] : " [B] is weg en lukt het niet zo, dal ik je bij deze vertellen, ja, kom ik hem met een Kalasjnikov ophalen bij je.
Bewijsoverweging feit 11
Verdachte heeft ter terechtzitting aangevoerd dat de gesprekken in scene zijn gezet. De rechtbank is van oordeel dat, gelet op de inhoud van de gesprekken, waarvan in de bewijsmiddelen maar een heel klein deel is weergegeven, het niet anders kan zijn dan dat dit gesprekken zijn geweest tussen verdachte een aangeefster. Uit de uitgeschreven gesprekken blijkt dat er sprake is van een patroon van voortdurend bellen waarbij verdachte zich scheldend en bedreigend uit. Hierbij gaat het voornamelijk over de zoon van verdachte en aangeefster en de wens van verdachte om zijn zoon te mogen zien. Dat de gesprekken in scene zouden zijn gezet is, met name gelet op de hoeveelheid gesprekken, en de inhoud daarvan, niet aannemelijk geworden.
Bewijsmiddelen feit 12
[aangeefster 4]heeft aangifte gedaan. Zij heeft onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
[verdachte] heeft van mij een aangetekend terrein verbod ontvangen voor de locatie [adres]
te [woonplaats] , ingegaan op 16 september 2018. [verdachte] heeft dit terrein
verbod aangetekend ontvangen op woensdag 26 september 2018. Op woensdag 27 februari 2019 stond [verdachte] bij ons in het hoofdgebouw aan de receptie en heeft contact gehad met de receptioniste.
Verbalisant [verbalisant 11]heeft in een proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Op de camerabeelden zag ik dat een manspersoon op 27 februari 2019 het terrein van OC Trompendaal af kwam lopen zich omdraaide en weer terug het terrein op liep. Ik herkende de persoon voor de volle 100% als [verdachte] , geboren [1971] . Ik herken [verdachte] vanuit de politiesystemen, de interne briefings en staande houdingen. Ik herken [verdachte] aan zijn gelaat en uiterlijke kenmerken.
Bewijsoverweging feit 12
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte geen wetenschap had van het terreinverbod omdat hij niet meer woonachtig was op het adres waarop het verbod is uitgereikt. Uit de aangifte blijkt dat verdachte het terreinverbod per aangetekende brief uitgereikt heeft gekregen op 16 september 2018 op het adres waar verdachte destijds stond ingeschreven. De rechtbank is van oordeel dat indien verdachte op dat moment feitelijk niet meer woonachtig was op dat adres het op de weg van verdachte had gelegen om ervoor te zorgen dat de post die op dat adres wordt bezorgd hem daadwerkelijk bereikt. De rechtbank acht het feit wettig en overtuigend bewezen.