ECLI:NL:RBMNE:2020:4113

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
30 september 2020
Publicatiedatum
28 september 2020
Zaaknummer
493182
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Erkenning van een in Somalië gesloten huwelijk en echtscheiding

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 30 september 2020 uitspraak gedaan in een echtscheidingsprocedure tussen een vrouw en een man, die beiden de Somalische nationaliteit bezitten. De vrouw heeft verzocht om de echtscheiding uit te spreken, waarbij zij stelt dat het huwelijk duurzaam is ontwricht. De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen op een onbekende datum in 2010 te Mogadishu, Somalië zijn gehuwd, maar dat de vrouw geen authentiek afschrift van de huwelijksakte kan overleggen. Dit is te wijten aan het feit dat in Somalië huwelijken vaak niet worden geregistreerd. De rechtbank heeft de gegevens omtrent het huwelijk ontleend aan een rapport van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) en heeft aangenomen dat het huwelijk rechtsgeldig is, ondanks de afwezigheid van officiële documenten.

De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de vrouw ten tijde van de indiening van het verzoekschrift in Nederland verbleef en dat zij daar ten minste een jaar woonde. Hierdoor heeft de Nederlandse rechter rechtsmacht om te oordelen over het verzoek tot echtscheiding. De rechtbank heeft opgemerkt dat de vrouw geen ouderschapsplan heeft overgelegd, wat vereist is volgens de Nederlandse wetgeving. De vrouw heeft echter voldoende gemotiveerd dat zij redelijkerwijs geen ouderschapsplan kan overleggen, omdat de verblijfplaats van de man onbekend is.

De rechtbank heeft vervolgens beoordeeld of het huwelijk tussen partijen in Nederland kan worden erkend. Aangezien de vrouw op het moment van het huwelijk minderjarig was, kan het huwelijk niet automatisch worden erkend. Echter, omdat de vrouw op het moment van de indiening van het verzoek tot echtscheiding meerderjarig was, heeft de rechtbank het huwelijk erkend en de echtscheiding uitgesproken. De beslissing is openbaar uitgesproken door rechter E.A.A. van Kalveen, tevens kinderrechter, en de griffier mr. D. Dijs.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Familierecht
Locatie Utrecht
Zaaknummer / rekestnummer: C/16/493182 / FA RK 19-7555
Beschikking d.d. 30 september 2020 betreffende de echtscheiding
in de zaak van:
[verzoekster],
blijkens de Basisregistratie Personen zonder bekende woon en/of verblijfplaats binnen en buiten Nederland, volgens het verzoekschrift wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen de vrouw,
advocaat mr. J. Ran, gevestigd te Utrecht,
tegen
[verweerster],
zonder bekende woon en/of verblijfplaats binnen en buiten Nederland,
hierna te noemen de man.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift van de vrouw, ingekomen op 29 november 2019;
- het openbare betekeningsexploot en publicatie in de Staatscourant, ingekomen op 8 januari 2020;
- de brief van de vrouw van 19 augustus 2020, met bijlagen.
1.2.
Binnen de daarvoor gestelde termijn is door de man geen verweerschrift ingediend.

2.De beoordeling

2.1.
De vrouw stelt dat partijen op [trouwdatum] 2010 te [.] , Mogadishu, Somalië zijn gehuwd. De vrouw heeft geen authentiek afschrift van de huwelijksakte overgelegd. De vrouw heeft onbetwist gesteld dat zij uit Somalië is gevlucht en dat aan haar in Nederland asiel is verleend. Uit het rapport Eerste Gehoor van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) van 12 oktober 2016 blijkt dat de vrouw heeft verklaard dat zij geen documenten heeft van het huwelijk omdat mensen in Somalië hun huwelijk nooit laten registreren. Zij is op 15- jarige leeftijd stiekem met de man getrouwd door een sheikh. De rechtbank neemt daarom aan dat de vrouw redelijkerwijs geen (originele) huwelijksakte van het in Somalië gesloten huwelijk kan overleggen. De rechtbank ontleent daarom de gegevens omtrent het huwelijk van partijen aan het door de vrouw overgelegde verslag eerste gehoor bij de IND en gaat er vanuit dat partijen op [trouwdatum] 2010 te [.] , Mogadishu, Somalië zijn gehuwd.
2.2.
Partijen hebben de Somalische nationaliteit.
2.3.
De minderjarige kinderen van partijen zijn:
  • [minderjarige 1], geboren in [maand] 2010 te [geboorteplaats] , Somalië en
  • [minderjarige 2], geboren in [maand] 2011 te [geboorteplaats] , Somalië.
2.4.
De kinderen wonen bij hun oma in Somalië.
2.5.
Scheiding
2.5.1.
De vrouw heeft verzocht de echtscheiding tussen partijen uit te spreken. Zij heeft gesteld dat het huwelijk duurzaam is ontwricht.
2.5.2.
Op basis van de door de vrouw overgelegde brief van de Stichting STIL (bijlage bij de brief van 19 augustus 2020) stelt de rechtbank vast dat de gewone verblijfplaats van de vrouw ten tijde van de indiening van het verzoekschrift zich in Nederland bevond en dat zij deze daar ten minste een jaar onmiddellijk voorafgaand aan die indiening haar verblijfplaats had. De Nederlandse rechter komt daarom rechtsmacht toe om te oordelen over het verzoek tot echtscheiding.
2.5.3.
Op grond van artikel 815, lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), voor zover hier van belang, dient een (inleidend) verzoekschrift tot echtscheiding een ouderschapsplan te bevatten ten aanzien van de minderjarige kinderen van partijen over wie zij al dan niet gezamenlijk het gezag uitoefenen. Nu het ouderschapsplan in de wet is geformuleerd als een processuele eis bij een verzoek tot echtscheiding heeft de rechtbank de bevoegdheid een echtgenoot in het verzoek tot echtscheiding niet-ontvankelijk te verklaren, tenzij er redenen zijn om aan te nemen dat het ouderschapsplan redelijkerwijs niet kan worden overgelegd (artikel 815, lid 6 Rv).
Door de vrouw is geen ouderschapsplan overeenkomstig artikel 815, lid 2 Rv overgelegd. De vrouw heeft onbetwist gesteld dat de kinderen bij hun grootmoeder in Somalië verblijven.
Nog los van de vraag of de rechtbank bevoegd is om beslissingen te nemen over de kinderen in Somalië heeft de vrouw voldoende gemotiveerd aangegeven dat zij redelijkerwijs geen door beide partijen akkoord bevonden ouderschapsplan kan overleggen omdat de woon- en verblijfplaats van de man onbekend is. De rechtbank zal de vrouw daarom ontvangen in haar verzoek tot echtscheiding.
2.5.4.
Op grond van artikel 10:56 van het Burgerlijk Wetboek is Nederlands recht op het verzoek tot echtscheiding van toepassing.
2.5.5.
Partijen zijn gehuwd in Somalië. De rechtbank moet eerst op grond van artikel 10:31 BW beoordelen of er sprake is van een rechtsgeldig huwelijk dat in Nederland kan worden erkend. Als het huwelijk niet erkend wordt kan een verzoek tot echtscheiding namelijk niet worden toegewezen. Het uitgangspunt bij erkenning van een buiten Nederland gesloten huwelijk is dat dit in Nederland wordt erkend als het volgens het recht van de staat waar de huwelijksvoltrekking plaatsvond (in dit geval Somalië) rechtsgeldig is, of als het op enig moment daarna rechtsgeldig is geworden (artikel 10:31 eerste lid, BW). Op deze regel geldt een uitzondering. Op grond van artikel 10:32 aanhef en onder C BW wordt namelijk aan een buiten Nederland gesloten huwelijk erkenning onthouden als een van de echtgenoten op het tijdstip van de sluiting van het huwelijk niet de leeftijd van achttien jaar had bereikt en dus minderjarig was. Ook op deze regel bestaat een uitzondering, namelijk wanneer beide echtgenoten op het moment dat erkenning van het huwelijk gevraagd wordt inmiddels meerderjarig zijn. In dat geval kán op verzoek en na toetsing door de rechter wel erkenning van het huwelijk plaatsvinden.
2.5.6.
De rechtbank gaat er vanuit dat het huwelijk tussen partijen naar Somalisch recht rechtsgeldig is. Op grond van het bepaalde in artikel 10:31 van het Burgerlijk Wetboek wordt een zodanig huwelijk in Nederland erkend, tenzij een van de echtgenoten geen achttien jaar was ten tijde van het huwelijk. De vrouw was tijdens het sluiten van het huwelijk 15 jaar oud. Dat betekent dat dat huwelijk niet in Nederland erkend kan worden, behalve als erkenning van het huwelijk is gevraagd op een moment dat de vrouw meerderjarig was. De vrouw heeft in november 2019 een verzoek tot echtscheiding ingediend. Op dat moment was zij meerderjarig. De rechtbank begrijpt het verzoek van de vrouw tot echtscheiding zo dat zij in de eerste plaats vraagt om erkenning van het huwelijk op grond van artikel 10:32 onder C en vervolgens om ontbinding van dit huwelijk. Om die reden erkent de rechtbank het door partijen gesloten huwelijk in Somalië en zal het verzoek tot echtscheiding, als niet weersproken en op de wet gegrond, worden toegewezen.

3.De beslissing

De rechtbank:
3.1.
spreekt de echtscheiding uit tussen partijen, gehuwd te [.] , Mogadishu, Somalië op [trouwdatum] 2010.
Deze beschikking is gegeven door mr. E.A.A. van Kalveen, rechter, tevens kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. D. Dijs, de griffier op 30 september 2020.
Tegen deze beschikking kan - voor zover er definitief is beslist - door tussenkomst van een advocaat hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden. De verzoekende partij en verschenen belanghebbenden dienen het hoger beroep binnen de termijn van drie maanden na de dag van de uitspraak in te stellen. Andere belanghebbenden dienen het beroep in te stellen binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden en overeenkomstig artikel 820 lid 2 Rv openlijk bekend is gemaakt..