ECLI:NL:RBMNE:2020:4085
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
WIA-uitkering en melding verslechtering van gezondheidssituatie
In deze zaak gaat het om een geschil tussen eiser, die een WIA-uitkering ontvangt, en het UWV. Eiser heeft gemeld dat zijn gezondheidssituatie sinds 15 mei 2018 is verslechterd, maar het UWV heeft in een besluit van 13 december 2018 vastgesteld dat zijn uitkering niet gewijzigd wordt, omdat zijn arbeidsgeschiktheid niet is veranderd. Eiser heeft hiertegen bezwaar gemaakt, dat door het UWV ongegrond is verklaard. Vervolgens is eiser in beroep gegaan.
De rechtbank heeft de zaak behandeld op 20 augustus 2020, waarbij de zitting via Skype plaatsvond vanwege de coronamaatregelen. Eiser en zijn gemachtigde, evenals de gemachtigde van het UWV, waren aanwezig. Eiser betoogde dat zijn beperkingen door het UWV zijn onderschat en dat er sprake is van nieuwe klachten, waaronder uitstralende pijn in het linkerbeen. Hij heeft medische stukken ingediend ter ondersteuning van zijn standpunt.
De rechtbank oordeelt dat het UWV terecht heeft besloten dat de uitkering van eiser niet wordt gewijzigd. De rechtbank stelt vast dat de verzekeringsartsen van het UWV zorgvuldig hebben gehandeld en dat hun rapporten geen tegenstrijdigheden bevatten. Eiser heeft niet voldoende aangetoond dat de medische beoordeling onjuist is. De rechtbank concludeert dat de beperkingen van eiser niet zijn gewijzigd en dat zijn arbeidsgeschiktheid ook niet verandert. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.