ECLI:NL:RBMNE:2020:4079

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
17 augustus 2020
Publicatiedatum
25 september 2020
Zaaknummer
C/16/507499 / FA RK 20-4743
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • G. van de Beek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voortzetting van de crisismaatregel op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 17 augustus 2020 een beschikking gegeven inzake de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1966. De officier van justitie had verzocht om de voortzetting van de op 13 augustus 2020 opgelegde crisismaatregel, die was ingesteld op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De mondelinge behandeling vond plaats via Skype, waarbij de betrokkene en zijn advocaat aanwezig waren, evenals een arts. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene, wat voortvloeit uit een psychische stoornis, en dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kon worden afgewacht. De rechtbank oordeelde dat de Wvggz niet voorziet in de mogelijkheid om de verplichte zorg te wijzigen, maar dat het systeem van de wet wel ruimte biedt voor aanvullende zorg in noodsituaties. De rechtbank verleende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, met een geldigheidsduur van drie weken, en bepaalde de vormen van verplichte zorg die noodzakelijk waren om ernstig nadeel af te wenden. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter G. van de Beek en is op 9 september 2020 schriftelijk uitgewerkt.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Afdeling familierecht
Locatie Utrecht
Zaaknummer: C/16/507499 / FA RK 20-4743
Betrokkenenummer: [betrokkenenummer]
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 17 augustus 2020naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene]
geboren op [geboortedatum] 1966, te [geboorteplaats] ,
met briefadres te [plaatsnaam 1] , [adres] ,
verblijvende te [naam instelling] , locatie [naam locatie] te [plaatsnaam 2] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. J.J. Stobbe.

1.Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 14 augustus 2020, heeft de officier van justitie verzocht om voortzetting van de op 13 augustus 2020 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel d.d. 13 augustus
2020;
  • de medische verklaring d.d. 13 augustus 2020;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wvgzz en politiegegevens.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 17 augustus 2020. In verband met de maatregelen van overheidswege genomen om de verspreiding van het coronavirus te stoppen, heeft de mondelinge behandeling via Skype plaatsgevonden. Bij die gelegenheid zijn conform de Algemene Regeling Zaaksbehandeling Rechtspraak via Skype gehoord:
- betrokkene en zijn advocaat,
- [A] , arts.
Deze personen waren in dezelfde ruimte. De rechter en de griffier bevonden zich in het gerechtsgebouw van de rechtbank Midden Nederland te Utrecht.
1.3.
De officier van justitie heeft van tevoren laten weten dat hij niet voornemens is bij de mondelinge behandeling te verschijnen.
1.4.
De rechtbank heeft na de mondelinge behandeling uitspraak gedaan en een kennisgeving mondelinge uitspraak aan de advocaat van betrokkene en aan de vertegenwoordiger van de zorgaanbieder verstrekt.

2.Beoordeling

2.1.
In de crisismaatregel waarvan de officier van justitie voortzetting vraagt, zijn de volgende vormen van verplichte zorg, als bedoeld in artikel 3:2 Wvggz, opgenomen:
toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
beperken van de bewegingsvrijheid;
insluiten;
uitoefenen van toezicht op betrokkene;
onderzoek aan kleding of lichaam;
onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
beperken van het recht op het ontvangen van bezoek;
opnemen in een accommodatie.
2.2.
De arts heeft het volgende toegelicht. Recent was het nodig om de laptop van betrokkene in te nemen vanwege geuite bedreigingen. De verplichte zorgvorm om beperkingen aan te brengen in het gebruik van communicatiemiddelen was echter niet verleend in de eerder gegeven machtiging voortzetting crisismaatregel. Er was dus noodzaak om de eerdere machtiging te wijzigen door genoemde vorm van verplichte zorg toe te voegen aan de al verleende vormen van verplichte zorg. Om deze wijziging mogelijk te maken, is, bij gebrek aan een wettelijke mogelijkheid, gekozen voor de aanvraag van een nieuwe crisismaatregel. Bij betrokkene zijn nog manische symptomen te zien. Hij is breedsprakig en wil alles heel snel. Het lijkt nu goed met hem te gaan, maar het kan heel snel misgaan. Als betrokkene zonder goede nazorg vertrekt, is de kans op fysieke agressie buiten de kliniek aanwezig. Gezien is dat betrokkene heel dreigend kan zijn. De vrijwilligheid van betrokkene is volgens de arts nog onvoldoende bestendig.
2.3.
De advocaat heeft verklaard dat er op dit moment al een machtiging voortzetting
crisismaatregel ten aanzien van betrokkene loopt tot en met 24 augustus 2020. De advocaat stelt zich op het standpunt dat er geen twee machtigingen naast elkaar kunnen bestaan. Verder heeft de advocaat bepleit om de termijn van een nieuwe machtiging te beperken tot hooguit 24 augustus 2020, indien de rechtbank redenen ziet voor toewijzing van het onderhavige verzoek. Het gaat namelijk al een stuk beter met betrokkene. Hij heeft al meer vrijheden.
2.4.
De rechtbank stelt vast dat ten aanzien van betrokkene op 3 augustus 2020 een machtiging tot voortzetting van een crisismaatregel is verleend, tot en met 24 augustus 2020. Uit de stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat naast de op 3 augustus 2020 verleende vormen van verplichte zorg een aanvullende vorm van verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel af te wenden. Het gaat dan om de vorm :
h.
aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen.
2.5.
De rechtbank stelt vast dat de Wvggz niet de mogelijkheid biedt om de verplichte zorg zoals opgelegd bij een voortzetting van de crisismaatregel te wijzigen. De rechtbank gaat er evenwel van uit dat het mogelijk moet zijn om aanvullende verplichte zorg te verlenen in een situatie dat een verzoek zorgmachtiging niet kan worden afgewacht. In de huidige situatie heeft de instelling heeft dit opgelost door een nieuwe crisismaatregel te vragen waarin de aanvullende vorm van verplichte zorg wel was opgenomen, terwijl er nog een geldige voortzetting van de eerdere crisismaatregel liep. De rechtbank is van oordeel dat een nieuwe crisismaatregel een lopende voortgezette crisismaatregel doet vervallen zodat van twee naast elkaar bestaande machtigingen geen sprake is. De Wvggz voorziet weliswaar niet in die mogelijkheid, maar naar het oordeel van de rechtbank is dit wel door het systeem van de wet beoogd. Hierna zal de rechtbank daarom de nieuwe voortzetting van de crisismaatregel beoordelen, zoals verzocht door de officier van justitie.
2.6.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat de gronden voor een voortzetting van de crisismaatregel aanwezig zijn. Er is ten aanzien van betrokkene sprake van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, met name gelegen in de algemene veiligheid van personen of goederen. Vermoed wordt dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, in de vorm van bipolaire-stemmingsstoornissen. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
2.7.
De rechtbank is van oordeel dat bij de voortzetting van de crisismaatregel dezelfde vormen van verplichte zorg die in de machtiging voortzetting crisismaatregel van 3 augustus 2020 zijn verleend, aangevuld met de vorm onder h, noodzakelijk zijn om ernstig nadeel af te wenden. Het gaat dan om:
a. toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
b. beperken van de bewegingsvrijheid;
c. insluiten;
d. uitoefenen van toezicht op betrokkene;
h. aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
j. opnemen in een accommodatie;
Betrokkene verzet zich tegen deze zorg. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.8.
Deze vormen van verplichte zorg zijn evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.9.
De rechtbank heeft op grond van de stukken en de behandeling ter zitting geen aanwijzingen dat de overige door de officier van justitie verzochte vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn om ernstig nadeel af te wenden.
2.10.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken na heden.

3.Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedatum] 1966, te [geboorteplaats] , met voor de duur van de machtiging de volgende vormen van verplichte zorg:
a. toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
b. beperken van de bewegingsvrijheid;
c. insluiten;
d. uitoefenen van toezicht op betrokkene;
h. aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
j. opnemen in een accommodatie;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 7 september 2020;
wijst af wat meer of anders is verzocht.
Deze beschikking is op 17 augustus 2020 mondeling gegeven door mr. G. van de Beek, rechter, en in het openbaar uitgesproken bijgestaan door E. Berghuis als griffier, en schriftelijk uitgewerkt en ondertekend op 9 september 2020.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.