3.1.[eiser sub 1] c.s. vordert dat [gedaagde sub 1] c.s. hoofdelijk:
zal worden veroordeeld om onvoorwaardelijk mee te werken aan inspectie van het dak door [eiser sub 1] c.s. tezamen met Monumentenwacht en de loodgieter, dat hij de loodgieter de werkzaamheden volgens de offerte van 10 juli 2020 zal laten uitvoeren, dat hij [eiser sub 1] c.s. in staat zal stellen het dak vrij van het dakterras schoon te (laten) maken en hem, de loodgieter en Monumentenwacht in de gelegenheid zal stellen daartoe het dakterras te betreden, waarbij de datum van de onderhoudswerkzaamheden en inspectie nader dient te worden bepaald op basis van beschikbaarheid van de loodgieter en Monumentenwacht en waarbij de werkzaamheden en inspectie in ieder geval worden uitgevoerd in de periode van 6 weken na afloop van de bouwvak, derhalve binnen 6 weken na 21 augustus 2020, dan wel een door de voorzieningenrechter in redelijkheid te bepalen periode;
zal worden veroordeeld om ervoor te zorgen dat voorafgaande aan de werkzaamheden van de loodgieter en de inspectie zoals onder a) aangegeven, de constructie van het dakterras geheel is verwijderd op kosten van [gedaagde sub 1] c.s. en dat deze constructie vanaf het moment van uitvoeren van de werkzaamheden door de loodgieter verwijderd blijft, gedurende een periode van ten minste een week;
zal worden verboden om de door [eiser sub 1] c.s. gewenste schoonmaak-, onderhouds- en inspectiewerkzaamheden op enigerlei wijze te frustreren;
zal worden verboden primair om de constructie van het dakterras na uitvoering van de onderhouds- en inspectiewerkzaamheden te herplaatsen op dakdeel B, zijnde het dakdeel dat niet betreden mag worden vanaf de gevel van [eiser sub 1] c.s. tot 1.88 meter diep, subsidiair dat dit zal worden verboden voor de periode dat niet onomstotelijk vaststaat dat dit constructief verantwoord en veilig is;
zal worden veroordeeld in de buitengerechtelijke kosten van € 925,00 en de proceskosten;
zal worden veroordeeld in de nakosten te vermeerderen met de wettelijke rente.