Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 22 september 2020 in de zaak tussen
[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres
Inleiding
het bestreden besluit) de afwijzing van eiseres’ aanvraag in stand gelaten.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft eiseres, die voorheen als opticien werkte, een WIA-uitkering aangevraagd na uitval door medische klachten na een ongeval. De aanvraag werd afgewezen door het Uwv, omdat de verzekeringsarts concludeerde dat eiseres minder dan 35% arbeidsongeschikt was. Eiseres maakte bezwaar, waarna een herbeoordeling plaatsvond. De verzekeringsarts bezwaar en beroep stelde vast dat eiseres meer beperkingen had dan eerder vastgesteld, maar concludeerde alsnog dat zij met de nieuwe beperkingen niet meer dan 29,90% arbeidsongeschikt was. Eiseres ging in beroep bij de rechtbank, die oordeelde dat de medische rapporten van de verzekeringsartsen aan de vereisten voldeden en dat de arbeidsongeschiktheid van eiseres correct was vastgesteld. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, omdat de afwijzing van de WIA-aanvraag terecht was. De uitspraak werd gedaan zonder openbare zitting, vanwege coronamaatregelen.