ECLI:NL:RBMNE:2020:4008
Rechtbank Midden-Nederland
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Toeslagen en de status van de echtgenoot als toeslagpartner in het belastingrecht
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 18 september 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en de Belastingdienst/Toeslagen over het kindgebonden budget voor het jaar 2017. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen het besluit van de Belastingdienst waarin het kindgebonden budget definitief was vastgesteld op € 256,-. De Belastingdienst had in het bestreden besluit het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard, waarop eiseres beroep instelde. Tijdens de zitting op 18 september 2020 was eiseres aanwezig, terwijl de Belastingdienst werd vertegenwoordigd door een gemachtigde.
De rechtbank oordeelde dat de echtgenoot van eiseres, die in het buitenland verbleef, terecht als toeslagpartner werd aangemerkt. Dit was gebaseerd op het feit dat het huwelijk van eiseres pas in 2018 was ingeschreven in de Basisregistratie Personen (Brp), maar dat de Belastingdienst bij de berekening van het kindgebonden budget rekening moest houden met de feiten zoals deze op dat moment lagen. Eiseres had geen bewijs geleverd dat de Belastingdienst eerder op de hoogte was van het huwelijk, en het feit dat zij in voorgaande jaren een tegemoetkoming voor alleenstaande ouders had ontvangen, gaf geen recht op eenzelfde behandeling voor 2017.
De rechtbank concludeerde dat er geen grond was voor het oordeel dat de Belastingdienst het kindgebonden budget voor 2017 ten onrechte op een lager bedrag had vastgesteld. Eiseres had ook geen aanleiding aangetoond voor een terugvordering of matiging van de terugvordering. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep binnen zes weken na verzending van het proces-verbaal.