ECLI:NL:RBMNE:2020:3992
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing subsidieaanvraag voor het schrijven van een essaybundel door het Nederlands Letterenfonds
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 15 september 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een auteur, en het Nederlands Letterenfonds, dat als verweerder optreedt. Eiser had een aanvraag ingediend voor een projectsubsidie voor het schrijven van een non-fictieboek met de werktitel '[boektitel 1]'. Het Nederlands Letterenfonds heeft deze aanvraag afgewezen op 14 oktober 2019, en na een bezwaarprocedure is deze afwijzing in stand gehouden in het bestreden besluit van 20 februari 2020. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 15 september 2020 heeft de rechtbank de zaak behandeld. Eiser was aanwezig met zijn gemachtigde, terwijl de verweerder werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. De rechtbank heeft na de zitting onmiddellijk uitspraak gedaan en het beroep ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelde dat het Nederlands Letterenfonds de Regeling projectsubsidies voor publicatie correct had toegepast. Eiser voldeed niet aan de eisen van de Regeling, omdat hij geen relevant literair werk had gepubliceerd dat aan de kwaliteitscriteria voldeed. De rechtbank benadrukte dat de afwijzing van een eerdere aanvraag op basis van literaire kwaliteit niet opnieuw beoordeeld kon worden zonder dat er nieuw werk was dat aan de criteria voldeed.
De rechtbank concludeerde dat eiser niet aan de voorwaarden van de Regeling voldeed en dat de hardheidsclausule niet van toepassing was, omdat eiser niet aannemelijk had gemaakt dat zijn werk op een manier was beoordeeld die vergelijkbaar is met de beoordeling door een literaire uitgever. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling en heeft de uitspraak openbaar gedaan.