Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.De beslissing
3.De gronden van de beslissing
720,00
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 10 september 2020 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de Stichting Portaal en een gedaagde partij. De eisende partij, Portaal, vorderde ontruiming van een huurwoning en een bijbehorende parkeerplaats, omdat de gedaagde ernstige overlast zou veroorzaken en meerdere vernielingen aan de woning had aangebracht. De overlast bestond uit langdurige en ernstige verstoringen van de woonomgeving, wat leidde tot gevaarlijke situaties voor zowel de gedaagde als de omwonenden. Daarnaast was er sprake van een huurachterstand van meer dan drie maanden, die door Portaal werd vastgesteld op € 2.205,20.
Tijdens de mondelinge behandeling op 10 september 2020 heeft de kantonrechter de standpunten van beide partijen gehoord. De gedaagde heeft verklaard dat de overlast niet opzettelijk was en dat deze mede werd veroorzaakt door drugsgebruik. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat, ondanks de hulp die de gedaagde heeft gezocht, de overlast niet is gestopt en dat er voldoende bewijs is van de ernstige overlast en vernielingen. De kantonrechter heeft de vordering van Portaal tot ontruiming toegewezen, evenals de vordering tot betaling van de huurachterstand en de huur voor de periode dat de gedaagde in de woning verblijft.
De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot ontruiming van de woning en de parkeerplaats binnen 14 dagen na betekening van het proces-verbaal. Tevens is de gedaagde veroordeeld tot betaling van de huurachterstand en de proceskosten aan de zijde van Portaal. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de veroordelingen ook kunnen worden uitgevoerd tijdens een eventueel hoger beroep.