ECLI:NL:RBMNE:2020:3907
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatig overheidshandelen en verzoek om schadevergoeding zonder besluit
In deze zaak heeft eiser, drs. [eiser], op 27 september 2017 een verzoek ingediend bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht om schadevergoeding wegens onrechtmatig overheidshandelen. Dit verzoek werd op 8 mei 2018 door verweerder afgewezen. Eiser maakte bezwaar tegen deze afwijzing, maar verweerder verklaarde het bezwaar op 8 november 2018 niet-ontvankelijk. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld. De zitting was oorspronkelijk gepland op 3 april 2020, maar werd uitgesteld vanwege coronamaatregelen en vond uiteindelijk plaats op 15 juli 2020 via een Skype-beeldverbinding.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de schade die eiser heeft geleden, voortkwam uit een feitelijke handeling van toezichthouders van de gemeente, die hem hadden aangesproken over een hoogwerker die zonder ontheffing was geparkeerd. De rechtbank oordeelde dat er geen besluit ten grondslag lag aan het verzoek om schadevergoeding, waardoor zij onbevoegd was om van het verzoek kennis te nemen. Eiser had de hoogwerker zelf verwijderd na de waarschuwing van de toezichthouders, wat werd beschouwd als een feitelijke handeling en niet als een besluit.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond voor zover dit gericht was tegen de niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar en oordeelde dat eiser zich voor zijn schadevergoeding moest wenden tot de burgerlijke rechter. De uitspraak werd gedaan door mr. J.J. Catsburg op 21 augustus 2020, in aanwezigheid van griffier mr. M.M. van Luijk-Salomons. De uitspraak werd niet openbaar uitgesproken vanwege coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat weer mogelijk is.