In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 10 september 2020, wordt het beroep van eisers behandeld tegen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woerden. Eisers stellen dat er sprake is van een bevoegdhedenovereenkomst en verzoeken om nakoming daarvan. De rechtbank oordeelt dat zij onbevoegd is om kennis te nemen van het beroep, omdat het verzoek van eisers niet kan worden aangemerkt als een verzoek om een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank wijst erop dat partijen bij een bevoegdhedenovereenkomst in een civielrechtelijke rechtsverhouding tot elkaar staan, wat betekent dat eisers hun verzoek om nakoming niet aan de bestuursrechter kunnen voorleggen. In plaats daarvan kunnen zij een dagvaardingsprocedure starten bij de burgerlijke rechter.
De rechtbank baseert haar beslissing op artikel 8:54 van de Awb, dat de rechtbank de mogelijkheid biedt om het onderzoek te sluiten als zij kennelijk onbevoegd is. De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken en concludeert dat er geen sprake is van een publiekrechtelijke rechtshandeling, zoals vereist voor een bestuursrechtelijk beroep. De uitspraak is gedaan door mr. R.C. Moed, in aanwezigheid van griffier mr. M. van der Knijff. Vanwege de coronamaatregelen is de uitspraak niet openbaar uitgesproken, maar zal dit alsnog gebeuren zodra dat weer mogelijk is.