ECLI:NL:RBMNE:2020:3842
Rechtbank Midden-Nederland
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Ongegrond beroep tegen verlenen omgevingsvergunning voor het bouwen van een buitentrap
Op 3 september 2020 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Montfoort. De eiser, woonachtig op een naburig perceel, had bezwaar gemaakt tegen de op 13 mei 2019 verleende omgevingsvergunning aan een derde-partij voor het bouwen van een buitentrap. De eiser verzocht verweerder om in te stemmen met het instellen van rechtstreeks beroep bij de rechtbank, wat door verweerder werd toegestaan. Tijdens de zitting op 3 september 2020 waren zowel de eiser als de gemachtigden van het college en de derde-partij aanwezig.
De rechtbank heeft het beroep van de eiser ongegrond verklaard. In de overwegingen werd vastgesteld dat de rechtbank de beroepsgronden van de eiser heeft getoetst aan het wettelijk toetsingskader. De rechtbank concludeerde dat de omgevingsvergunning terecht was verleend, aangezien deze was getoetst aan het geldende bestemmingsplan, het Bouwbesluit 2012, de Bouwverordening van de gemeente Montfoort en de gemeentelijke welstandsnota. De rechtbank vond geen reden om aan te nemen dat de toetsing niet correct was uitgevoerd en oordeelde dat er geen weigeringsgrond was voor het verlenen van de omgevingsvergunning.
De rechtbank merkte op dat de gronden die de eiser aanvoerde betrekking hadden op andere, inmiddels onherroepelijke, vergunnings- en handhavingstrajecten en dat deze niet binnen de reikwijdte van het huidige geding konden worden beoordeeld. Aangezien de eiser geen relevante gronden had aangevoerd over de toetsing van de aanvraag van de derde-partij, kon zijn beroep niet slagen. De rechtbank besloot dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling en wees partijen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze uitspraak.