In deze zaak heeft eiser, geboren in 1979, op 11 juni 2019 een aanvraag ingediend voor een bijstandsuitkering op basis van de Participatiewet (Pw). De gemeente Almere, als verweerder, heeft eiser op 17 juni 2019 verzocht om aanvullende informatie, waaronder een schriftelijke verklaring over zijn levensonderhoud sinds 1 november 2018 en bewijsstukken van zijn activiteiten bij een onderneming. Eiser heeft niet voldaan aan deze verzoeken, wat leidde tot de afwijzing van zijn aanvraag op 19 augustus 2019. Eiser heeft bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard in een besluit van 16 december 2019. Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld tegen dit besluit.
Tijdens de zitting op 12 augustus 2020, waar partijen niet verschenen, heeft de rechtbank de argumenten van eiser beoordeeld. Eiser stelde dat hij voldoende informatie had verstrekt en dat verweerder niet had mogen terugvallen op onderzoeksresultaten van een latere aanvraag. De rechtbank oordeelde echter dat de opgevraagde stukken relevant waren voor de beoordeling van zijn levensonderhoud en dat verweerder terecht de resultaten van het onderzoek in de bezwaarfase had meegenomen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, zonder aanleiding voor proceskostenveroordeling. De uitspraak werd niet openbaar uitgesproken vanwege coronamaatregelen, maar zal later alsnog openbaar worden gemaakt.