ECLI:NL:RBMNE:2020:3692

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
2 september 2020
Publicatiedatum
2 september 2020
Zaaknummer
16/659752-18 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Poging tot doodslag en ontploffing met zwaar vuurwerk in Almere

Op 2 september 2020 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 29 september 2018 in Almere zwaar vuurwerk, een Super Cobra 6, richting een hal heeft gegooid waar meerdere personen aanwezig waren. De rechtbank oordeelde dat de verdachte met zijn handelen een aanzienlijke kans op letsel en schade heeft gecreëerd. De verdachte werd beschuldigd van poging tot doodslag en het opzettelijk teweegbrengen van een ontploffing met gemeen gevaar voor goederen en personen. Tijdens de zitting op 19 augustus 2020 heeft de officier van justitie de verdachte beschuldigd van het wettig en overtuigend bewijzen van de tenlastelegging. De verdediging pleitte voor vrijspraak, stellende dat de verdachte niet op de hoogte was van de aard van het vuurwerk en dat hij geen opzet had om letsel te veroorzaken. De rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was voor de feiten 1 subsidiair, 2 en 3, maar sprak de verdachte vrij van het primair ten laste gelegde. De rechtbank legde een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden op, met een proeftijd van 2 jaar, en een taakstraf van 180 uur. De benadeelde partijen werden niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen, omdat deze onvoldoende waren onderbouwd.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummer: 16/659752-18 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 2 september 2020
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1986 te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] , [postcode] te [woonplaats] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 19 augustus 2020.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. R.J.J.S. Visser en van hetgeen verdachte en mr. R.C. Honig, advocaat te Amsterdam, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de zitting gewijzigd. De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1 primair:
op 29 september 2018 in Almere geprobeerd heeft [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of andere personen van het leven te beroven;
subsidiair:
op 29 september 2018 in Almere geprobeerd heeft om aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of andere personen opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen;
feit 2:
op 29 september 2018 in Almere geprobeerd heeft opzettelijk een ontploffing teweeg te brengen terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en/of levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel te duchten was;
feit 3:
op 29 september 2018 in Almere opzettelijk professioneel vuurwerk voorhanden heeft gehad.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder 1 primair, 2 en 3 ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen. Hij heeft daartoe het volgende aangegeven.
Het betreft vuurwerk van het merk Super Cobra 6. Vast staat dat verdachte het vuurwerk vanaf het plein, waar hij zich bevond, de hal van de club in heeft gegooid. Het is ongeloofwaardig dat verdachte niet wist wat hij naar binnen gooide, omdat hij het met veel aandacht heeft aangestoken en er een sissend geluid te horen was. Het is algemeen bekend dat een Super Cobra 6 zwaar vuurwerk is. Het heeft de kracht van een aanvalsgranaat.
Meetresultaten van het tot ontploffing brengen van een Super Cobra 6 tonen aan dat in het dak van een auto gaten ontstaan na direct contact met het vuurwerk, dat er bij ontploffing bij mensen die op een afstand staan van tussen de 0,5 en 2 meter gehoorschade kan optreden en dat op een afstand van 0,25 meter een behoorlijke indeuking van enkele centimeters diep in een zeephoofd ontstaan.
In de hal van de club stonden op het moment van gooien minstens twee personen en op het plein stonden meerdere personen. Door het gooien van dit zware vuurwerk is er sprake van een poging doodslag op alle personen in de directe omgeving van waar de Super Cobra 6 terecht is gekomen.
Er is minimaal voorwaardelijk opzet aanwezig, omdat verdachte een zeer krachtig stuk vuurwerk in een kleine ruimte gooit waar meerdere personen aanwezig zijn.
Het gooien van de Super Cobra 6 in de hal levert eveneens een poging tot het opzettelijk teweegbrengen van een ontploffing op met gevaar voor goederen, levensgevaar en gevaar voor zwaar lichamelijk letsel. Door het gooien van de Super Cobra 6 is tenslotte bewezen dat verdachte professioneel vuurwerk voorhanden heeft gehad.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit van het onder 1 primair, subsidiair en 2 ten laste gelegde. Zij heeft daartoe het volgende aangevoerd.
Uit het dossier blijkt niet dat verdachte een vooropgezet plan had om het zware vuurwerk te gooien. Verdachte was in de veronderstelling dat hij onschuldige sterretjes had gegooid die hij eerder in de club van de tafel had gepakt. Het formaat van de sterretjes en van de Super Cobra 6 wijken nauwelijks van elkaar af. Tevens is bij verdachte thuis geen ander zwaar vuurwerk aangetroffen en heeft hij geen verleden met illegaal vuurwerk, zodat er geen bewijs voor is dat hij het vuurwerk zelf mee heeft genomen. Uit het dossier blijkt niet dat verdachte de bedoeling had dit heftige feit te plegen. Verdachte heeft ook niet het vuurwerk nogmaals aangestoken toen het niet tot ontploffing was gekomen.
Hij is de club uitgelopen met het vuurwerk in zijn hand. Opvallend is ook dat de politie verdachte niet direct heeft aangehouden, terwijl zij zich in de omgeving van verdachte bevonden toen hij het vuurwerk gooide.
Verdachte heeft verklaard dat er ten tijde van het gooien van het vuurwerk niemand in de hal aanwezig was. Ook getuige [getuige 1] zegt dat. Zowel de getuigen [slachtoffer 1] , [getuige 1] als [getuige 2] geven aan niet in de hal te hebben gestaan op dat moment.
Ten aanzien van feit 3 heeft de raadsvrouw zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Verdachte heeft het vuurwerk voorhanden gehad, maar had geen wetenschap dat het professioneel vuurwerk was.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Vrijspraak van het onder 1 primair tenlastegelegde
De bij deze verdenking gebruikte Super Cobra 6 is niet onderzocht.
In het dossier bevindt zich wel een TNO-rapport van juni 2017 over een onderzoek naar de impact van illegaal vuurwerk. In dit onderzoek zijn onder meer drie verschillende varianten van de Super Cobra 6 en een Cobra 8 getest. Uit dit onderzoek volgt dat alleen de gegenereerde overdruk van een Cobra 8 de gegenereerde overdruk van een bepaald type aanvalshandgranaat benadert.
De rechtbank acht daarom het onder 1 primair ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen, zodat verdachte hiervan zal worden vrijgesproken.
Bewijsmiddelen [1]
Voor de beoordeling van de bewezenverklaring van de overige aan de verdachte tenlastegelegde feiten heeft de rechtbank acht geslagen op het volgende.
Een proces-verbaal van bevindingen met registratienummer 2018280735-15 (zakelijk weergegeven):
De plaats van de camera is gericht op [naam locatie] , aan de [straatnaam 1] te [plaatsnaam] . De beelden zijn opgenomen op 29 september 2018. [2] Ik herken de verdachte op de camerabeelden. De verdachte is [verdachte] . [3]
Ik zie dat de verdachte vrijwillig de [naam locatie] uit loopt. Ik zie dat de verdachte terugloopt, met zijn gezicht richting de club. Ik zie dat de verdachte iets aansteekt omdat ik rookontwikkeling zie. Ik zie dat de verdachte een gooiende beweging maakt richting de ingang van de club. Ik zie dat er op dat moment minstens twee personen in de hal staan van de ingang van de club. [4]
Een proces-verbaal van bevindingen nummer PL0900-2018280735-7 (zakelijk weergegeven):
Op 29 september 2018 liep ik in de richting van een discotheek genaamd: “ [naam locatie] ”, welke gelegen is aan de [straatnaam 1] [nummeraanduiding] te [plaatsnaam] . Ik zag dat een man met zijn rug richting mij stond. Ik zag dat hij naar beneden keek. Ik zag dat zijn twee armen voor zijn buik waren. Ik hoorde op dat moment een sissend geluid, het klonk voor mij alsof er een lont van een stuk vuurwerk aanstond. Ik zag vervolgens dat de man gestrekt overeind ging staan en ik zag vervolgens fel oranje gekleurde vonken omhoog springen. Ik zag dat de man iets naar binnen gooide, de hal van [naam locatie] in. De man bleek te zijn [verdachte] . Ik zag dat op het moment van gooien van het stuk vuurwerk ongeveer drie á vier personen in de hal en op de trap stonden. [5] Ik ben vervolgens naar het stuk vuurwerk gelopen en zag dat er de tekst: “Cobra 6” op stond. [6]
Verdachte heeft ter terechtzitting bekend dat hij vuurwerk heeft aangestoken en naar binnen heeft gegooid. [7]
Uit de foto bij de kennisgeving van inbeslagname blijkt dat het in beslag genomen vuurwerk een Super Cobra 6 betreft. [8]
TNO-rapport van juni 2017:
De politie heeft TNO gevraagd om met zeven stuks vuurwerk een onderzoek uit te voeren. De selectie van het vuurwerk bestaat uit de volgende typen:
2) een Super Cobra 6 (tekst op het label in de Duitse taal)
3) een Super Cobra 6 (tekst op het label in de Engelse taal)
5) een Super Cobra 6 (tekst op het label in de Italiaanse taal) [9]
De kans op gehoorschade treedt al op vanaf 2 meter afstand bij alle geteste typen vuurwerk. [10] De impact van een Super Cobra 6 (Duitse tekst) op het dak van een Volkswagen Touran geeft als resultaat dat in het dak van de Volkswagen Touran een gat is ontstaan van 20 x 23 cm. Er is een overdruk van 63,4 kPa geregistreerd. Dat betekent 49% kans op gehoorschade. [11] De berekende TNT-equivalentie van bijna al het geteste vuurwerk blijkt hoger dan de theoretische factor van 0,45. De berekende factoren van de vuurwerkartikelen die ver boven het gemiddelde liggen zijn:
De Super Cobra 6 (Duitse tekst); factor 0,85 ten opzichte van het maaiveld en een factor 0,62 op een hoogte van 1,5 meter. Elk type vuurwerk veroorzaakte een enorme vuurbal. [12]
De Explosieven Opruimingsdienst Defensie heeft het vuurwerk op een stuk braakliggend terrein bij de [straatnaam 2] in [plaatsnaam] tot ontploffing gebracht. [13]
Uit het Explosievenonderzoek naar aanleiding van het aantreffen van betwist vuurwerk d.d. 27 oktober 2016 opgemaakt in een andere zaak volgt dat een Super Cobra 6 op basis van het Vuurwerkbesluit is aan te duiden als professioneel vuurwerk. [14]
Bewijsoverwegingen
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
Een Super Cobra 6 is aan te merken als professioneel vuurwerk. In deze zaak ontbreekt een deskundigenbericht ten aanzien van de classificatie van het aangetroffen vuurwerk. De rechtbank is niettemin van oordeel dat het aangetroffen en inbeslaggenomen vuurwerk een Super Cobra 6 betreft, vanwege de uiterlijke verschijningsvorm. Bovendien is het vuurwerk door de EOD tot ontploffing gebracht wat betekent dat het geen nepvuurwerk betrof.
Uit de bewijsmiddelen volgt dat verdachte een Super Cobra 6 naar [naam locatie] heeft gegooid. Zowel uit de camerabeelden als uit de verklaring van de verbalisant ter plaatse blijkt dat er op dat moment meerdere personen in de hal en in de omgeving van de hal aanwezig waren.
Uit het TNO rapport blijkt dat een Super Cobra 6, zelfs in lichtste variant, ernstige schade aan goederen en (gehoor)schade aan personen toe kan brengen indien het tot ontploffing komt in de nabijheid van personen en/of goederen.
Het is bovendien een feit van algemene bekendheid dat (zwaar) vuurwerk gevaarlijk is en zwaar lichamelijk letsel en schade aan goederen kan veroorzaken.
opzet
Door de raadsvrouw is aangevoerd dat verdachte geen opzet heeft gehad op het gooien van dergelijk zwaar vuurwerk en de gevolgen die daarbij kunnen ontstaan omdat hij niet wist dat wat hij gooide, een Super Cobra 6 bleek te zijn.
Verdachte heeft verklaard dat hij het stuk vuurwerk uit [naam locatie] heeft meegenomen. Hij dacht dat het een ijsfontein betrof, dat in deze club bij een fles drank wordt gegeven. Uit het dossier volgt dat verdachte naar het vuurwerk kijkt terwijl hij het aansteekt. Een ijsfontein en een Supra Cobra 6 verschillen aanmerkelijk in uiterlijk en op een ijsfontein staat niet ‘Super Cobra 6’ vermeld. Bovendien volgt uit openbare bronnen dat een Super Cobra 6 aanzienlijk zwaarder en groter is dan een ijsfontein. Verdachte heeft verklaard dat hij aanvankelijk het vuurwerk bij de politie af wilde geven. Dit komt niet aannemelijk over als het om een ijsfontein zou gaan. De rechtbank is dan ook van oordeel dat verdachte moet hebben geweten dat hij geen ijsfontein in zijn handen had. Door vervolgens het stuk vuurwerk aan te steken en in de richting van de club te gooien, heeft verdachte bewust de aanmerkelijke kans op de koop toe genomen dat het vuurwerk een ontploffing teweeg zou brengen en dat hierdoor het gebouw en goederen beschadigd konden raken, evenals dat de aanwezige personen zwaar lichamelijk letsel konden oplopen.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de feiten 1 subsidiair, 2 en 3 wettig en overtuigend bewezen.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:

1. Subsidiair

hij op 29 september 2018 te [plaatsnaam] , ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan perso(o)n(en) en/of bezoekers die zich in de hal van [naam locatie] (gelegen aan de [straatnaam 1] [nummeraanduiding] ) en de directe omgeving daarvan bevonden, opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet

- een stuk zwaar (illegaal) vuurwerk, te weten een Super Cobra 6, in aanraking heeft gebracht met (open) vuur en
- (vervolgens) dat stuk vuurwerk de hal van die club in heeft gegooid,

zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid;

2.
hij op 29 september 2018 te [plaatsnaam] , ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om opzettelijk een ontploffing teweeg te brengen in de hal van [naam locatie] (gelegen aan de [straatnaam 1] [nummeraanduiding] ), terwijl daarvan gemeen gevaar voor het gebouw en de hal van [naam locatie] en de in de (hal van de) [naam locatie] (en de directe omgeving daarvan) aanwezige goederen in elk geval gemeen gevaar voor goederen en gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor perso(o)n(en) en/of bezoekers die zich in de hal van [naam locatie] en de directe omgeving daarvan bevonden, met dat opzet
- een stuk zwaar (illegaal) vuurwerk, te weten een Super Cobra 6, in aanraking heeft gebracht met (open) vuur en
- (vervolgens) dat stuk vuurwerk de hal van die club in heeft gegooid,

zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid;

3.

hij op 29 september 2018 te [plaatsnaam] , opzettelijk professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten een stuk knalvuurwerk (Super Cobra 6) binnen het grondgebied van Nederland voorhanden heeft gehad.

Hetgeen onder 1 subsidiair, 2 en 3 meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Eendaadse samenloop
Van eendaadse samenloop is sprake als een feit in meer dan één strafbepaling valt. Naar het oordeel van de rechtbank is daarvan sprake bij hetgeen onder 1 subsidiair, 2 en 3 bewezen verklaarde.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
feit 1 subsidiair:
eendaadse samenloop van poging tot zware mishandeling
feit 2:
eendaadse samenloop van een poging tot opzettelijk een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is
en
eendaadse samenloop van een poging tot opzettelijk een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten is.
feit 3:
eendaadse samenloop van overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 9.2.2.1. van de Wet Milieubeheer, opzettelijk begaan.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 48 maanden, met aftrek van het voorarrest, waarvan een gedeelte van 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. De officier van justitie heeft hierbij aansluiting gezocht bij de richtlijn van het Openbaar Ministerie voor het schieten op een persoon.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft aangevoerd dat de strafeis te hoog is, omdat de richtlijn die door de officier van justitie is gebruikt niet van toepassing is op deze zaak.
De raadsvrouw heeft verzocht bij het opleggen van de straf rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte en dat hij zijn leven goed heeft opgepakt.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft een Super Cobra 6 in de richting van de hal van [naam locatie] gegooid, terwijl daar op dat moment meerdere personen aanwezig waren. Een Super Cobra 6 betreft zwaar vuurwerk. Als dit vuurwerk was ontploft had dit aanzienlijke schade aan de goederen en zwaar lichamelijk letsel aan de aanwezige personen kunnen veroorzaken.
Bij het formuleren van zijn strafeis is de officier van justitie uitgegaan van een richtlijn van het Openbaar Ministerie voor het schieten op een persoon. De rechtbank acht die situatie niet vergelijkbaar met de onderhavige zaak. De strafeis van de officier van justitie is voorts gebaseerd op een bewezenverklaring van feit 1 primair, terwijl de rechtbank daarvan zal vrijspreken. Daarom wijkt de rechtbank bij de straftoemeting af van de eis van de officier van justitie.
De oriëntatiepunten voor straftoemeting van het LOVS gaan voor het opzettelijk toebrengen van middelzwaar lichamelijk letsel met behulp van een wapen (niet zijnde een vuurwapen) uit van een gevangenisstraf van 7 maanden, bij het opzettelijk toebrengen van zeer zwaar lichamelijk letsel met behulp van een wapen (niet zijnde een vuurwapen) wordt uitgegaan van een jaar gevangenisstraf. De rechtbank houdt er rekening mee dat het in deze zaak gaat om pogingen en om eendaadse samenloop van de drie feiten.
Bij haar beslissing heeft de rechtbank ook rekening gehouden met een uittreksel justitiële documentatie betreffende verdachte van 9 juli 2020, waaruit blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld, maar niet voor soortgelijke feiten. De rechtbank houdt er ook rekening mee dat verdachte na het plegen van het bewezenverklaarde op 24 september 2019 is veroordeeld tot een geldboete van € 425,-. De rechtbank heeft de voorschriften toegepast die gelden voor de situatie waarin verdachte een straf zou zijn opgelegd voor alle feiten tegelijk.
Ter terechtzitting heeft de reclasseringswerker van [instelling 1] uitleg gegeven over hoe het met verdachte gaat. Zij heeft aangegeven dat verdachte gestopt is met het gebruik van alcohol en dat hij een behandeling bij [instelling 2] positief heeft afgerond. Verdachte is trouw geweest in zijn behandeling en is daarmee langer doorgegaan dan geadviseerd werd door de behandelaar. Verdachte heeft hard aan zichzelf gewerkt. Hij draagt de zorg voor zijn zoontje en heeft een goede baan. De reclassering schat het recidiverisico laag in. De reclassering heeft geen bijzondere voorwaarden geadviseerd.
De voorlopige hechtenis is door de rechter-commissaris bij inbewaringstelling op 2 oktober 2018 geschorst, zodat verdachte thans bijna 2 jaar reclasseringscontact heeft. Het Openbaar Ministerie heeft berust in de schorsing van de voorlopige hechtenis.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank aan verdachte geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf meer opleggen, hoewel de feiten op zich een dergelijke straf wel rechtvaardigen.
Alles overwegende is de rechtbank van oordeel dat een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden met een proeftijd van 2 jaren met aftrek van de tijd dat verdachte in voorarrest heeft doorgebracht en een taakstraf voor de duur van 180 uren passend en geboden is.

9.BENADEELDE PARTIJ

[slachtoffer 1] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 4.000,- immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte onder 1 primair en subsidiair en 2 ten laste gelegde feit.
Ook [bedrijfsnaam] B.V. te [plaatsnaam] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 80.000,-. Dit bedrag bestaat uit € 70.000,- materiële schade in verband met gederfde winst en € 10.000,- in verband met imagoschade, ten gevolge van het aan verdachte onder 1 primair en subsidiair en 2 ten laste gelegde feit.
9.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat de immateriële schadevergoeding tot een bedrag van € 1.000,- voor [slachtoffer 1] kan worden toegewezen met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel en wettelijke rente en dat de vordering voor het overige onvoldoende is onderbouwd, zodat [slachtoffer 1] voor dat deel niet-ontvankelijk verklaard moet worden.
[bedrijfsnaam] B.V. moet niet-ontvankelijk verklaard worden omdat de vordering onvoldoende is onderbouwd en de vordering te ingewikkeld is voor het strafproces.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvouw heeft vrijspraak bepleit van de ten laste gelegde feiten en heeft daarom gesteld dat de benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaard moeten worden in hun vordering.
Subsidiair heeft de raadsvrouw gesteld dat [slachtoffer 1] niet wist wat hij wegschopte en dat de vordering erg hoog is. Zij heeft zich ten aanzien van de vordering van [slachtoffer 1] gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Ten aanzien van de vordering van [bedrijfsnaam] B.V. heeft de raadsvrouw gesteld dat er meer aan de hand was in de club, waardoor deze gesloten moest worden en dat de vordering niet onderbouwd is, zodat [bedrijfsnaam] B.V. niet-ontvankelijk verklaard moet worden.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
[slachtoffer 1]
De rechtbank zal de benadeelde partij [slachtoffer 1] niet-ontvankelijk verklaren in de vordering nu de vordering niet op de door de wet voorgeschreven wijze is ingediend. De benadeelde partij heeft de gestelde psychische schade niet nader onderbouwd. De benadeelde partij kan de vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Nu de benadeelde partij niet-ontvankelijk wordt verklaard in zijn vordering, zal de benadeelde partij in de kosten van verdachte worden veroordeeld voor zover deze betrekking hebben op het verweer tegen de vordering. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
[bedrijfsnaam] B.V.
De vordering van [bedrijfsnaam] B.V. is niet onderbouwd. Aanhouding van de procedure om [bedrijfsnaam] B.V. in de gelegenheid te stellen de vordering alsnog te onderbouwen, levert een onevenredige belasting van het strafgeding op. De rechtbank zal daarom de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Nu de benadeelde partij niet-ontvankelijk wordt verklaard in haar vordering, zal de benadeelde partij in de kosten van verdachte worden veroordeeld voor zover deze betrekking hebben op het verweer tegen de vordering. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen
  • 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 45, 55, 63, 157 en 302 van het Wetboek van Strafrecht;
  • 1a, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten;
  • 9.2.2.1. van de Wet Milieubeheer en
  • 1.2.2. van het Vuurwerkbesluit,
zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het onder 1 primair ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 1 subsidiair, 2 en 3 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het onder 1 subsidiair, 2 en 3 meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het onder 1 subsidiair, 2 en 3 bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 6 maanden;
- bepaalt dat de gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene voorwaarde niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een proeftijd van 2 (twee) jaren vast;
- als voorwaarde geldt dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- veroordeelt verdachte tot een taakstraf van 180 uren;
- beveelt dat voor het geval verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 90 dagen hechtenis;
- heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis;
Benadeelde partij
[slachtoffer 1]
- verklaart [slachtoffer 1] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
[bedrijfsnaam] B.V.
- verklaart [bedrijfsnaam] B.V. niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.C. Danel, voorzitter, mrs. G.F.H. Lycklama à Nijeholt en H.J. Bos, rechters, in tegenwoordigheid van mr. B.T. Feenstra, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 2 september 2020.
Mr. G.F.H. Lycklama à Nijeholt is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1. Primair
hij op of omstreeks 29 september 2018 te Almere, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of (een) andere perso(o)n(en) en/of bezoekers die zich in de hal van [naam locatie] (gelegen aan de [straatnaam 1] [nummeraanduiding] ) en/of de directe omgeving daarvan bevond(en), van het leven te beroven, met dat opzet
- een stuk zwaar (illegaal) vuurwerk, te weten een Super Cobra 6, in aanraking heeft gebracht met (open) vuur en/of
- ( vervolgens) dat stuk vuurwerk de hal van die club in heeft gegooid,
zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid;
Subsidiair
hij op of omstreeks 29 september 2018 te Almere, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of (een) andere perso(o)n(en) en/of bezoekers die zich in de hal van [naam locatie] (gelegen aan de [straatnaam 1] [nummeraanduiding] ) en/of de directe omgeving daarvan bevond(en), opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet
- een stuk zwaar (illegaal) vuurwerk, te weten een Super Cobra 6, in aanraking heeft gebracht met (open) vuur en/of
- ( vervolgens) dat stuk vuurwerk de hal van die club in heeft gegooid,
zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid;
2.
hij op of omstreeks 29 september 2018 te Almere, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om opzettelijk een ontploffing teweeg te brengen in de hal van [naam locatie] (gelegen aan de [straatnaam 1] [nummeraanduiding] ), terwijl daarvan gemeen gevaar voor het gebouw en/of de hal van [naam locatie] en/of de in de (hal van) de [naam locatie] (en de directe omgeving daarvan) aanwezige goederen in elk geval gemeen gevaar voor
goederen en/of levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of (een) andere perso(o)n(en) en/of bezoekers die zich in de hal van [naam locatie] en/of de directe omgeving daarvan bevond(en),
in elk geval levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen te duchten was, met dat opzet
- een stuk zwaar (illegaal) vuurwerk, te weten een Super Cobra 6, in aanraking heeft gebracht met (open) vuur en/of
- ( vervolgens) dat stuk vuurwerk de hal van die club in heeft gegooid,
zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid;
3.
hij op of omstreeks 29 september 2018 te Almere, in elk geval in Nederland opzettelijk professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten een stuk knalvuurwerk (Super Cobra 6) binnen het grondgebied van Nederland voorhanden heeft gehad.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 9 oktober 2018, genummerd 2018280735 + 2018280818 + 2018280829, opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 183. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Pagina 34.
3.Pagina 35.
4.Pagina 36.
5.Pagina 9.
6.Pagina 10.
7.Verklaring verdachte ter terechtzitting op 19 augustus 2020.
8.Pagina’s 48 en 50.
9.Pagina 102.
10.Pagina 129.
11.Pagina 157.
12.Pagina 161.
13.Pagina 79.
14.Pagina 92.