ECLI:NL:RBMNE:2020:3663
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 14 augustus 2020 uitspraak gedaan in het beroep van eiseres tegen de beslissing op bezwaar van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, gedateerd 16 juli 2019. Eiseres had het griffierecht van € 354,- niet op tijd betaald, wat leidde tot de niet-ontvankelijkheid van haar beroep. De rechtbank heeft partijen niet uitgenodigd voor een zitting, omdat dit in deze specifieke zaak niet nodig werd geacht. De rechtbank heeft eiseres herhaaldelijk geïnformeerd over de noodzaak van het betalen van het griffierecht, onder andere via een aangetekende brief op 8 april 2020, maar het griffierecht is niet tijdig ontvangen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de communicatie over de betaling duidelijk was, en dat eiseres geen geldige reden heeft gegeven voor het niet betalen. Gezien deze omstandigheden heeft de rechtbank besloten het beroep niet inhoudelijk te behandelen en het als kennelijk niet-ontvankelijk te verklaren, conform artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Er is geen sprake van een vergoeding van proceskosten, en de uitspraak is gedaan door rechter R.C. Stijnen in aanwezigheid van griffier P.W. Hogenbirk. De uitspraak is niet openbaar uitgesproken vanwege de coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat weer mogelijk is.