ECLI:NL:RBMNE:2020:3655
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 6 augustus 2020 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure. Eiser, vertegenwoordigd door gemachtigde M.F. Rupert, heeft beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking SWW, verweerder. De zaak betreft het niet tijdig betalen van het griffierecht, dat in dit geval € 48,- bedroeg. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser op 6 april 2020 een aangetekende brief heeft ontvangen waarin hij werd geïnformeerd over de verplichting om het griffierecht binnen vier weken te betalen. Echter, eiser heeft het griffierecht niet op tijd voldaan en heeft geen geldige reden opgegeven voor deze vertraging. Hierdoor kon de rechtbank de zaak niet inhoudelijk behandelen, conform artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft daarom het beroep van eiser kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, wat betekent dat er geen inhoudelijke beoordeling van de zaak plaatsvond. Tevens is er geen aanleiding voor een vergoeding van de proceskosten. De uitspraak is gedaan door rechter R.C. Stijnen, in aanwezigheid van griffier P.W. Hogenbirk. Vanwege de coronamaatregelen is de uitspraak niet op een openbare zitting gedaan, maar zal deze alsnog openbaar worden uitgesproken zodra dat weer mogelijk is.