ECLI:NL:RBMNE:2020:3654

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
6 augustus 2020
Publicatiedatum
1 september 2020
Zaaknummer
20/807
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht

Deze uitspraak betreft het beroep dat eiseres op 21 februari 2020 heeft ingesteld bij de Rechtbank Midden-Nederland. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat eiseres het griffierecht niet op tijd heeft betaald. Volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het verplicht om griffierecht te betalen bij het indienen van een beroep. In dit geval bedroeg het griffierecht € 48,-. De rechtbank heeft eiseres op 3 april 2020 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat het griffierecht binnen vier weken betaald moest worden. Echter, de rechtbank heeft het bedrag niet op tijd ontvangen en eiseres heeft geen geldige reden opgegeven voor deze vertraging. Hierdoor is het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard op basis van artikel 8:54 Awb.

Daarnaast heeft de rechtbank vastgesteld dat eiseres ook geen kopie van het besluit heeft ingediend, terwijl hierom was gevraagd in een aangetekende brief van 16 april 2020. Dit gebrek heeft eveneens bijgedragen aan de niet-ontvankelijkheid van het beroep. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het beroep niet inhoudelijk kan worden behandeld en dat er geen proceskostenvergoeding zal plaatsvinden. De uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen, rechter, in aanwezigheid van P.W. Hogenbirk, griffier, op 6 augustus 2020. Vanwege de coronamaatregelen is deze uitspraak niet op een openbare zitting uitgesproken, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat weer mogelijk is.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 20/807

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 6 augustus 2020 in de zaak tussen

[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres,

en

Onbekende verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiseres op 21 februari 2020 heeft ingesteld.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Eiseres heeft namelijk het griffierecht niet (op tijd) betaald, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Iemand die in beroep gaat moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In dit geval is het griffierecht € 48,-.
3. Als het griffierecht niet (op tijd) wordt betaald is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het griffierecht niet door de rechtbank is ontvangen. Het gaat dan om omstandigheden waar eiseres niets aan kan doen.
4. De rechtbank heeft eiseres op 3 april 2020 een aangetekende brief gestuurd, waarin staat dat eiseres het griffierecht binnen vier weken moet betalen aan de rechtbank.
5. De rechtbank heeft het bedrag niet (op tijd) ontvangen. Eiseres heeft daar geen geldige reden voor gegeven. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk (artikel 8:54 Awb).
6. De rechtbank stelt vast dat eiseres ook geen kopie van het besluit heeft ingediend, terwijl de rechtbank hier wel om heeft gevraagd bij aangetekende brief van 16 april 2020. Ook om die reden is het beroep niet-ontvankelijk.
7. Het beroep zal niet inhoudelijk worden behandeld.
8. Van een vergoeding van de proceskosten is geen sprake.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen, rechter, in aanwezigheid van
P.W. Hogenbirk, griffier, op 6 augustus 2020. Als gevolg van maatregelen rondom het Coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.