Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
[verzoekster] h.o.d.n. [handelsnaam] ,
[rechthebbende] ,
De procedure
De beoordeling
Geachte mevrouw [verzoekster] en de heer [A] ,
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de kantonrechter te Utrecht op 15 juni 2020 uitspraak gedaan op een verzoek tot ontslag van de bewindvoerder en benoeming van een nieuwe bewindvoerder. Het verzoek is ingediend door [verzoekster] h.o.d.n. [handelsnaam] met betrekking tot [rechthebbende], die onder bewind is gesteld. De gemeente [plaatsnaam] heeft de bewindvoerder verzocht om een verzoek in te dienen voor één gezamenlijke bewindvoerder, omdat de rechthebbenden samenwonen en volgens de gemeente een economische eenheid vormen. De kantonrechter heeft echter overwogen dat het enkele feit dat rechthebbenden samenwonen niet betekent dat zij een economische eenheid vormen in civielrechtelijke zin. De financiën van de rechthebbenden zijn gescheiden en er zijn geen gezamenlijke belangen die een gezamenlijke bewindvoerder rechtvaardigen. De kantonrechter heeft daarom het verzoek om één bewindvoerder te benoemen afgewezen en de beloningsvergoeding zoals vastgesteld bij een eerdere beschikking gehandhaafd. De beslissing van de gemeente om de bewindvoerder te dwingen een verzoek in te dienen werd als onterecht beschouwd, aangezien de gemeente zelf ook bevoegd was om een verzoek in te dienen. De kantonrechter benadrukt dat de belangen van de rechthebbenden gescheiden zijn en dat het in hun belang is om ieder een eigen vertegenwoordiger te hebben. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. R.J. Verschoof in aanwezigheid van de griffier.