ECLI:NL:RBMNE:2020:3540

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
15 juni 2020
Publicatiedatum
28 augustus 2020
Zaaknummer
UTR 20/550
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens niet tijdig betalen van griffierecht en ontbreken van besluit

Op 15 juni 2020 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer UTR 20/550. Eiser heeft op 29 januari 2020 beroep ingesteld, maar heeft het griffierecht van € 48,- niet op tijd betaald. De rechtbank heeft partijen niet uitgenodigd voor een zitting, omdat het niet nodig was. Volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) moet iemand die in beroep gaat griffierecht betalen. De rechtbank heeft eiser op 9 maart 2020 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat hij het griffierecht binnen vier weken moest betalen. Aangezien het bedrag niet op tijd is ontvangen en eiser geen geldige reden heeft gegeven voor de late betaling, kan de rechtbank de zaak niet inhoudelijk behandelen. Dit leidt tot de conclusie dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, zoals vermeld in artikel 8:54 Awb.

Daarnaast heeft de rechtbank vastgesteld dat eiser geen kopie van het besluit waartegen hij beroep instelt heeft ingediend. Op 10 maart 2020 heeft de rechtbank eiser opnieuw een aangetekende brief gestuurd, waarin hij werd verzocht om een kopie van het besluit. Eiser heeft hierop niet gereageerd, wat een extra reden is voor de niet-ontvankelijkheid van het beroep. De rechtbank heeft besloten dat er geen vergoeding van proceskosten zal plaatsvinden. De uitspraak is gedaan door rechter R.C. Moed, in aanwezigheid van griffier P.W. Hogenbirk. Vanwege de coronamaatregelen is de uitspraak niet op een openbare zitting gedaan, maar zal deze alsnog openbaar worden uitgesproken zodra dat weer mogelijk is.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 20/550

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 15 juni 2020 in de zaak tussen

[eiser] , te [woonplaats] , eiser,

en

Onbekende verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiser heeft ingediend op 29 januari 2020.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Eiser heeft namelijk het griffierecht niet (op tijd) betaald, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Iemand die in beroep gaat moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In dit geval is het griffierecht € 48,-.
3. Als het griffierecht niet (op tijd) wordt betaald is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het griffierecht niet door de rechtbank is ontvangen. Het gaat dan om omstandigheden waar eiser niets aan kan doen.
4. De rechtbank heeft eiser op 9 maart 2020 een aangetekende brief gestuurd, waarin staat dat eiser het griffierecht binnen vier weken moet betalen aan de rechtbank.
5. De rechtbank heeft het bedrag niet (op tijd) ontvangen. Eiser heeft daar geen geldige reden voor gegeven.
6. Het beroep zal daarom niet inhoudelijk worden behandeld. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk (artikel 8:54 Awb).
7. De rechtbank stelt vast dat eiser ook geen kopie van het besluit waartegen hij beroep instelt heeft ingediend.
8. De rechtbank heeft eiser op 10 maart 2020 een aangetekende brief gestuurd, waarin staat dat hij een kopie van het besluit waar hij het niet mee eens is moet sturen.
9. Eiser heeft niet gereageerd op deze brief. Ook om deze reden is het beroep niet-ontvankelijk.
10. Van een vergoeding van de proceskosten is geen sprake.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.C. Moed, rechter, in aanwezigheid van
P.W. Hogenbirk, griffier, op 15 juni 2020. Als gevolg van maatregelen rondom het Coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak voor zover nodig alsnog in het openbaar uitgesproken.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.