ECLI:NL:RBMNE:2020:350
Rechtbank Midden-Nederland
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag scholingsbudget WW op basis van voorwaarden Regeling tijdelijk scholingsbudget
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 21 januari 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, die een uitkering op grond van de Werkloosheidswet (WW) ontvangt, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Eiseres had een aanvraag ingediend voor een scholingsbudget om een opleiding te volgen, maar deze aanvraag werd door het Uwv afgewezen. De rechtbank heeft de afwijzing van de aanvraag beoordeeld aan de hand van de Regeling tijdelijk scholingsbudget WW, waarin specifieke voorwaarden zijn opgenomen voor de toekenning van het budget.
De rechtbank oordeelde dat eiseres niet voldeed aan de voorwaarden die in de toelichting op de Regeling zijn gesteld. De eerste voorwaarde houdt in dat de bekostiging van de scholing maximaal € 2.500,- bedraagt, inclusief btw, en dat de werkelijke kosten van de scholing voor 100% vergoed worden. Eiseres had echter een opleiding aangevraagd met kosten van € 4.830,-, wat boven het maximum bedrag ligt. De rechtbank concludeerde dat het Uwv in redelijkheid de aanvraag kon afwijzen.
Daarnaast was er een tweede voorwaarde die stelde dat er een arrangement met een werkgever moest zijn, die zekerheid bood voor een concrete baan na de scholing. Eiseres, die als zelfstandige werkt, voldeed ook niet aan deze voorwaarde. De rechtbank heeft de beroepsgrond van eiseres verworpen en het beroep ongegrond verklaard. De uitspraak werd in het openbaar gedaan, en partijen werden gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan.