ECLI:NL:RBMNE:2020:3473
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen door bestuursorgaan met betrekking tot aanvraag
In deze zaak heeft eiseres, een B.V. gevestigd in [vestigingsplaats], beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen door verweerder, de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, op haar verzoek. Eiseres had op 9 januari 2020 een aanvraag ingediend, maar verweerder heeft niet binnen de wettelijke termijn van acht weken beslist. Eiseres heeft verweerder op 27 januari 2020 in gebreke gesteld, maar deze ingebrekestelling was prematuur. Na een herinnering op 6 maart 2020, heeft de rechtbank vastgesteld dat de beslistermijn inmiddels was overschreden. De rechtbank oordeelt dat het beroep gegrond is, omdat verweerder niet tijdig een besluit heeft genomen.
De rechtbank legt uit dat volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een bestuursorgaan een dwangsom moet betalen voor elke dag dat het in gebreke blijft, tot een maximum van 42 dagen. De rechtbank stelt de dwangsom vast op € 1.442,-, en bepaalt dat verweerder binnen twee weken na de uitspraak alsnog een besluit moet nemen. Daarnaast moet verweerder een dwangsom van € 100,- betalen voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op een vergoeding van de proceskosten, die door verweerder moet worden betaald, en het griffierecht moet ook worden vergoed.
De uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen op 3 augustus 2020, en is niet openbaar uitgesproken vanwege coronamaatregelen. Eiseres kan binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift indienen als zij het niet eens is met de uitspraak.