In deze zaak heeft [eiseres] een huurwoning gehuurd van de stichting Provides sinds 1 november 2013. Ze heeft herhaaldelijk geklaagd over ernstige vochtoverlast en schimmel in de woning, wat volgens haar heeft geleid tot schade aan haar inboedel. [eiseres] eist dat de kantonrechter vaststelt dat er sprake is van een gebrek dat voor rekening van de verhuurder komt, en dat deze verplicht is om het gebrek te verhelpen. Daarnaast vraagt ze om huurprijsvermindering en schadevergoeding voor de geleden schade.
De stichting Provides heeft betwist dat er sprake is van een gebrek en stelt dat de vochtoverlast het gevolg is van het gedrag van [eiseres] zelf. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de verhuurder adequaat heeft gereageerd op de klachten van [eiseres] en dat de vochtoverlast niet aan de verhuurder kan worden toegerekend. De kantonrechter heeft geoordeeld dat er geen sprake is van een gebrek in de zin van de wet, omdat de vochtoverlast niet het gevolg is van een tekortkoming van de verhuurder, maar van de omstandigheden die [eiseres] zelf heeft gecreëerd.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter de vorderingen van [eiseres] afgewezen en haar veroordeeld in de proceskosten van Provides. De uitspraak benadrukt het belang van de verantwoordelijkheden van zowel huurders als verhuurders in het huurrecht, en dat een gebrek aan de huurwoning niet automatisch leidt tot aansprakelijkheid van de verhuurder als de huurder zelf bijdraagt aan het probleem.