Uitspraak
1.Procesverloop
2.Beoordeling
3.Beslissing
[betrokkene], geboren op [geboortedatum] 1959 te [geboorteplaats] , voor de volgende vormen van verplichte zorg:
Rechtbank Midden-Nederland
Op 4 augustus 2020 heeft de Rechtbank Midden-Nederland een beschikking gegeven in een zaak betreffende een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 1959, die lijdt aan een psychische stoornis in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen. De officier van justitie had op 22 juli 2020 een verzoek ingediend voor een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), waarbij verschillende vormen van verplichte zorg werden verzocht, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. Tijdens de mondelinge behandeling op 4 augustus 2020 werd de betrokkene vertegenwoordigd door haar advocaat, mr. K.G.I.M. Schröder, en de casemanager. De advocaat pleitte voor afwijzing van het verzoek, stellende dat de samenwerking met behandelaren goed verloopt en dat er geen problemen zijn geweest. Subsidiair werd verzocht om de zorgmachtiging te beperken tot zes maanden.
De rechtbank oordeelde dat er ernstige nadelen voor de betrokkene aanwezig zijn, waaronder maatschappelijke teloorgang en bedreiging van de veiligheid. De rechtbank concludeerde dat verplichte zorg noodzakelijk is om de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren en dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor een periode van zes maanden, in plaats van de gevraagde twaalf maanden, omdat de noodzaak voor een langere duur niet was gebleken. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter A.C. van den Boogaard en is schriftelijk uitgewerkt op 6 augustus 2020.