ECLI:NL:RBMNE:2020:3428

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
13 juli 2020
Publicatiedatum
24 augustus 2020
Zaaknummer
C/16/505557 / FA RK 20-4081
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing zorgmachtiging en afwijzing voortzetting crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 13 juli 2020 uitspraak gedaan over de verzoeken van de officier van justitie tot het verlenen van een zorgmachtiging en een machtiging tot voortzetting van een crisismaatregel voor de betrokkene, geboren in 1995. De rechtbank heeft de zorgmachtiging toegewezen en de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel afgewezen. De verzoeken zijn ingediend naar aanleiding van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De betrokkene was eerder vrijwillig opgenomen, maar vertoonde gevaarlijk gedrag en weigerde medicatie, wat leidde tot de noodzaak van verplichte zorg. Tijdens de mondelinge behandeling, die telefonisch plaatsvond vanwege coronamaatregelen, zijn de betrokkene, zijn advocaat, de behandelaar en een psychiater gehoord. De rechtbank oordeelde dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, wat leidt tot ernstig nadeel en dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. De zorgmachtiging is verleend voor een periode van zes maanden, tot en met 13 januari 2021, en omvat verschillende vormen van verplichte zorg, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verplichte zorg evenredig en effectief is, en dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn. De beschikking is mondeling gegeven door rechter M.E.A. Braeken en schriftelijk uitgewerkt door rechter S. Lanshage.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Familierecht
Locatie Utrecht
Zaaknummers: C/16/505557 / FA RK 20-4081 Zorgmachtiging
C/16/505544 / FA RK 20-4079 Machtiging voortzetting crisismaatregel
Betrokkenenummer: [betrokkenenummer]
Beschikking van 13 juli 2020naar aanleiding van de door de officier van justitie ingediende verzoeken tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) en een machtiging tot voortzetting van een crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:7 Wvggz ten aanzien van:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] 1995 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
verblijvende in het [naam ziekenhuis] te [plaatsnaam] ,
hierna te noemen: de betrokkene,
advocaat: mr. T.F.M. Hindriks.

1.Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 10 juli 2020, heeft de officier van justitie verzocht om een zorgmachtiging. Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de medische verklaring van 29 juni 2020;
- de zorgkaart inclusief bijlagen;
- het zorgplan inclusief bijlagen;
- de bevindingen van de geneesheer-directeur;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet BOPZ en de Wvgzz en strafvorderlijke en justitiegegevens.
1.2.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 10 juli 2020, heeft de officier van justitie
ook verzocht om een machtiging tot voortzetting van een crisismaatregel. Hierbij zijn
gevoegd:
- een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel van 9 juli 2020;
- de medische verklaring van 9 juli 2020.
1.3.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 13 juli 2020. In verband met de maatregelen van overheidswege genomen om de verspreiding van het coronavirus te stoppen door zo min mogelijk naar buiten te gaan heeft de mondelinge behandeling telefonisch plaatsgevonden. Bij die gelegenheid zijn conform de Algemene Regeling Zaaksbehandeling Rechtspraak telefonisch gehoord:
- de betrokkene,
- mr. T.F.M. Hindriks, de advocaat van de betrokkene,
- de heer [A] , behandelaar,
- de heer [B] , psychiater.
De betrokkene, de behandelaar en de psychiater waren samen met een co-assistent en een verpleegkundige in dezelfde ruimte. De advocaat van de betrokkene bevond zich elders.
De rechter en de griffier bevonden zich in het gerechtsgebouw van de rechtbank Midden Nederland te Utrecht.
1.4.
De officier van justitie heeft van tevoren laten weten dat hij niet voornemens is bij de
mondelinge behandeling te verschijnen.
1.5.
De rechtbank heeft na de mondelinge behandeling direct uitspraak gedaan en een kennisgeving mondelinge uitspraak aan de advocaat van betrokkene en aan de vertegenwoordiger van de zorgaanbieder verstrekt.

2.Beoordeling

2.1.
Ten aanzien van het verzoek tot verlening van een zorgmachtiging overweegt de rechtbank het volgende. In het verzoekschrift is, op grond van het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur, verzocht om aan de betrokkene de volgende vormen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:2 Wvggz te mogen verlenen. Het gaat dan om:
a. toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
b. beperken van de bewegingsvrijheid;
c. insluiten;
d. uitoefenen van toezicht op betrokkene;
h. aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
j. opnemen in een accommodatie.
2.2.
De psychiater pleit voor verlening van een zorgmachtiging. De behandelaar voegt toe dat de betrokkene eerst vrijwillig was opgenomen in verband met het uitvoeren van een second opinion. Echter, de betrokkene liet herhaaldelijk gevaarlijk gedrag zien. Hij heeft iemand een duw gegeven en op de afdeling heeft de betrokkene met een aansteker gespeeld en is hij dreigend geweest naar zorgpersoneel. Het was moeilijk om met de betrokkene afspraken te maken voor het vervolgen van de vrijwillige opname, ook omdat hij de medicatie niet wilde innemen. Er is al langer sprake van maatschappelijke teloorgang.
2.3.
De advocaat van de betrokkene verzoekt om afwijzing van de verzoeken. Volgens de betrokkene is de crisissituatie nu voorbij. De betrokkene vindt autonomie heel belangrijk. De betrokkene wil nog even in het [naam ziekenhuis] blijven, waardoor een gedwongen kader niet nodig is. Daar komt bij dat de betrokkene een termijn van zes maanden te lang vindt.
2.4.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen.
2.5.
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op: maatschappelijke teloorgang
.
2.6.
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren of te herstellen of de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft de betrokkene zorg nodig.
2.7.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. De rechtbank verleent daarom een zorgmachtiging voor de verzochte vormen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:2 Wvggz., te weten:
toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
beperken van de bewegingsvrijheid;
insluiten;
uitoefenen van toezicht op betrokkene;
h. aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
opnemen in een accommodatie.
2.8.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.9.
De verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van de betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van de betrokkene.
2.10.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van zes maanden, en geldt aldus tot en met 13 januari 2021.
2.11.
Nu de rechtbank een zorgmachtiging zal verlenen, zal het verzoek tot het verlenen van een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden afgewezen.

3.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedatum] 1995 te [geboorteplaats] , voor de volgende vormen van verplichte zorg:
a. toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
b. beperken van de bewegingsvrijheid;
c. insluiten;
d. uitoefenen van toezicht op betrokkene;
h. aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die
tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het
gebruik van communicatiemiddelen;
j. opnemen in een accommodatie.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 13 januari 2021;
wijst het verzoek tot het verlenen van een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel af.
Deze beschikking is op 13 juli 2020 mondeling gegeven door mr. M.E.A. Braeken, rechter en in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van D.B.T. Koster als griffier, en is op 16 juli 2020 schriftelijk uitgewerkt en – in verband met afwezigheid van mr. M.E.A. Braeken – ondertekend door de griffier en mr. S. Lanshage, rechter.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.