Uitspraak
1.Procesverloop
2.Beoordeling
3.Beslissing
[betrokkene], geboren op [geboortedatum] 1980 te [geboorteplaats] , voor de volgende vormen van verplichte zorg:
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 2 juli 2020 een zorgmachtiging verleend voor de duur van vier maanden aan een betrokkene, geboren in 1980, die lijdt aan een bipolaire-stemmingsstoornis. De officier van justitie had op 19 juni 2020 een verzoek ingediend voor het verlenen van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De mondelinge behandeling vond plaats via Skype, waarbij de betrokkene, haar advocaat, een psychiater, een co-assistent en een begeleider aanwezig waren. De rechtbank oordeelde dat de betrokkene zorg nodig had om ernstig nadeel te voorkomen, waaronder ernstig lichamelijk letsel en verwaarlozing.
De rechtbank heeft verschillende vormen van verplichte zorg toegewezen, waaronder het toedienen van medicatie, het beperken van de bewegingsvrijheid, en insluiting. De psychiater verklaarde dat de betrokkene voorlopig opgenomen moest blijven en dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis waren. De advocaat van de betrokkene voerde aan dat de zorg op vrijwillige basis kon plaatsvinden, maar de rechtbank oordeelde dat de situatie dit niet toeliet. De rechtbank benadrukte dat de zorgmachtiging proportioneel was en dat de duur van vier maanden noodzakelijk was om de veiligheid van de betrokkene te waarborgen en om de resultaten van verder onderzoek naar de manie te kunnen afwachten.
De beschikking is mondeling gegeven door rechter T. Dopheide en is schriftelijk uitgewerkt op 10 juli 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.